Dankbaarheid voor lezen Psalm 23
GOUDA - Een christen als minister van Defensie, kan dat wel? Het was een van de eerste vragen die ChristenUniepoliticus Van Middelkoop naar zich toe kreeg toen hij aantrad als minister van Defensie. De vraag is volmondig met ”ja” te beantwoorden, aldus de bewindsman woensdag. „Soms krijg ik meer ruimte voor mijn levensovertuiging dan ik zelf verwacht.”
Na een lange dag, waarin hij achtereenvolgens een ontmoeting had met zijn Canadese evenknie en aanwezig was bij de algemene politieke beschouwingen, vond de bewindsman woensdagavond nog tijd om de SGP-jongeren in Gouda toe te spreken. Niet alleen over de mogelijke verlenging van de Uruzganmissie: „Het lijkt wel of het in de media nergens anders over gaat, terwijl er op dit moment door Nederland in Uruzgan zo veel goeds gedaan wordt.” Of Nederland blijft na 2008 wordt hem vele malen per dag gevraagd. „En iedere keer geef ik weer hetzelfde antwoord: Dat is nu nog niet aan de orde.”Hoewel hij zich op de vlakte houdt over Uruzgan, staat wat Van Middelkoop betreft vast dat defensie hoe dan ook militairen blijft uitzenden. „Het is net als brandweerlieden die alleen maar in de kazerne zitten: dat is niet goed. Zo is het ook met militairen. Ons leger is ingesteld op uitzendingen.” Dat militairen risico’s lopen trekt hij zich persoonlijk aan. „Het is wel zwaar, dat zal ik niet ontkennen. Ik word in mijn werk gesteund door het apparaat om mij heen en de militairen ter plekke in Afghanistan.”
Van Middelkoop kan enkele maanden na zijn aantreden verrast zeggen de ruimte te krijgen voor zijn levensovertuiging. „Een voorbeeld: Twee weken geleden was ik in de VS. Daar legde ik een krans bij de erebegraafplaats in Arlington. Aanwezig waren ook de jonge weduwe, ouders en broer van Alexander van Aalten. Dat is een Amerikaanse militair die te hulp schoot nadat een Nederlandse soldaat sneuvelde. Van Aalten liet daarbij ook het leven. Aan zijn weduwe heb ik postuum een onderscheiding voor haar man gegeven. Op aangeven van directie voorlichting van het ministerie heb ik Psalm 23 gelezen. Ik vind het mooi dat ze mij dat voorstelden, zelf had ik daar nog niet aan gedacht. Later kreeg ik een brief van de familie. Ze toonden zich dankbaar, juist ook voor het lezen van de psalm.”
Van Middelkoop prijst zich gelukkig dat hij een van de eerste defensieministers in jaren is die er naar verwachting wat geld bij krijgt. Daarin krijgt hij bijval van SGP-kamerlid Van der Staaij. Die pleit niet voor 100, maar voor 200 miljoen extra voor defensie. „Er is de achterliggende jaren schaamteloos bezuinigd op defensie. Er moet daarom structureel meer geld naar het leger.”
Sergeant Arnoud Vogelaar, die zelf uitgezonden was naar Afghanistan, benadrukte hoe krap het leger soms zit als het om materieel gaat. „Soldaten krijgen drie maanden voor vertrek de voertuigen waarmee ze moeten werken. Dat is eigenlijk te kort om je goed voor te bereiden.”
De militair vertelde de SGP-jongeren iets over het leven in het Aziatische land. „Je zit als groep vier maanden op elkaars lip. Naarmate de spanning stijgt, wordt de groep hechter. Dat is belangrijk om zaken te verwerken.” Vogelaar was vlakbij toen een collega op een bermbom stapte. „Je ziet dat iedereen verschillend reageert. De één begint te schelden, de ander tegen een steen te schoppen. Via radio hoorden we echter dat taliban ons wilden aanvallen. Dan is het belangrijk om eerst je werk te doen, anders gaan er meer slachtoffers vallen. Het is mooi om te zien hoe professioneel iedereen dat dan oppakt.”
De sergeant is ervan overtuigd dat de missie nut heeft. Dat daarbij gevochten moet worden, ziet hij als een noodzakelijk kwaad. „Als je moet kiezen: je collega dood of een talibanstrijder, dan is het niet moeilijk. Zeker als je ziet wat de taliban de bevolking aandoen. Onthoofdingen bijvoorbeeld.” Of de NAVO moet blijven, is voor hem dan ook geen vraag. „De missie moet naar mijn mening doorgaan, of dat nu uitgevoerd wordt door Nederland of door een ander land. Je kunt Afghanistan niet zo achterlaten.”