Economie

Eis tegen vishandelaar Urk: 15 maanden

LEEUWARDEN - Opnieuw zet het openbaar ministerie zwaar aan in de zaak van de Urker visfraude. Vishandelaar Jan K. en zijn schoonzoon Albert H. hoorden dinsdag ieder vijftien maanden cel waarvan vijf voorwaardelijk tegen zich eisen.

Van onze verslaggever
19 September 2007 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 05:06

Volgens officier van justitie L. van Kooten hebben de twee met hun bedrijf ”Urker Vishandel J. K.” in illegale vis gehandeld. Ook zouden ze zich schuldig hebben gemaakt aan heling. Tegen het bedrijf vorderde de officier een boete van 150.000 euro.Grote partijen vis, waaronder tong en tarbot, zouden door verschillende kotters buiten de boeken om zwart aan de Urker Vishandel zijn geleverd. Het zou voornamelijk gaan om vis die buiten de quotumregeling aan wal werd gebracht. Volgens officier Van Kooten werkten alle partijen er aan mee: vissers, handelaren en de visafslag.

De 56-jarige K., SGP-raadslid in Urk, ontkende dinsdag bij de rechtbank in Leeuwarden in alle toonaarden fraude te hebben gepleegd. „We hebben niemand tekortgedaan. Alles gebeurde in een rechte weg.” Hij zou wel eens een visser hebben geholpen door „een kistje” zwart te hebben gekocht. „Een paar kilo op zo’n grote partij maakt niet veel uit.”

De verklaring van K. bij de rechtbank druist in tegen datgene wat hij in zijn verhoor bij de Algemene Inspectiedienst (AID) in december 2005 zou hebben gezegd. Daar bekende hij nagenoeg alle fraudegevallen.

Volgens K. is hij destijds zwaar onder druk gezet. „Ik was op een punt gekomen dat je bijna doordraait. De AID’er begon te schreeuwen over mijn geloof en gaf een paar vloeken. Ik wilde maar één ding en dat was naar huis. Toen heb ik overal ja op gezegd.”

Ook zijn schoonzoon H., die vijf dagen in de cel zat, tekende alle verklaringen. „Mijn oude vader begon mis te praten, hoorde ik. Er klopt niets van de verklaringen maar ik tekende omdat ik vrij wilde zijn.”

Volgens de advocaat van de twee vishandelaren, mr. H. G. Ruis, kwamen de AID-rechercheurs met panklare verklaringen. K. hoefde alleen maar te tekenen. Ruis hekelde de „ouderwetse aanpak” van de AID. „Na blunders met valse waarheidsvindingen in de Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord is zoiets niet meer van deze tijd.”

Ruis onderbouwde zijn bewering met een voorbeeld van een transactie die later onmogelijk had kunnen plaatsvinden. „De AID zag geheime codes in gewone agendanotities.”

Volgens berekeningen van de AID is door de handelwijze van K. 106.000 kilo vis buiten de boeken gebleven. „Dat is iets meer dan een maaltje per week voor eigen gebruik”, aldus officier Van Kooten. „De handelingen waren niet uit liefdadigheid maar puur uit bedrijfeconomische overwegingen.”

K. was SGP-raadslid in Urk toen de AID in 2005 zijn bedrijf binnenviel. Lopende het onderzoek stapte hij uit de politiek. Tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar stond K. op een onverkiesbare plaats op de SGP-kieslijst. Door voorkeursstemmen keerde hij terug in de raad.

In een emotionele slotverklaring zei K. dinsdag te hopen dat op „een milde” behandeling. „Albert en ik zijn het stuur van de zaak en het gaat in de visbranche al niet zo best.”

In de zaak van de Urker visfraude moeten in totaal 27 verdachten zich voor de rechtbank in Leeuwarden verantwoorden voor vermeende fraude en heling rond de Urker Visafslag. Het OM heeft tot nu toe tegen de meeste verdachten, onder wie de directie van de Urker visafslag, forse celstraffen en geldboetes geëist.

Volgende week verschijnen de laatste verdachten voor de rechtbank. De uitspraken tegen alle 27 verdachten volgen op 10 oktober.

Volkje apart
De Urker vishandelaar Jan K. deed dinsdag tijdens de behandeling van zijn strafzaak bij de rechtbank in Leeuwarden een aantal opmerkelijke uitspraken. Een korte bloemlezing.

Over Urk en zijn inwoners: „Het is jammer dat ze het geen eiland gelaten hebben. Wij zijn toch een volkje apart.”
Over roddelen in het dorp: „Als iemand bij mij in de straat een aanrijding krijgt, is-ie bij de vuurtoren dood.”
Over handel in vis: „Schol, kabeljauw en ditjes en datjes. Die laatsten zijn de lekkerste visjes.”
Over fraude: „Zwart is een heel vies en naar woord.”
Over vis: „Je hebt twee kanten aan een vis, de ene is zwart, de andere wit. Beide zijn ze net zo lekker.”
Over een medewerker van de visafslag: „Hij past beter op z’n viskisten dan op zijn vrouw.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer