Aanval Israël op Syrië blijft in nevelen gehuld
JERUZALEM - De vermeende Israëlische luchtaanval op Syrisch grondgebied, twee weken geleden, blijft nog altijd in nevelen gehuld. Damascus en Jeruzalem zwijgen in alle toonaarden over de precieze toedracht van het incident. Internationale media menen intussen te weten wat er zich heeft afgespeeld.
Het begon met de Syrische beschuldiging dat Israëlische gevechtsvliegtuigen het Syrische luchtruim op 5 september, rond middernacht, hadden geschonden. Al snel voegde Damascus daaraan toe dat de straaljagers „munitie” hadden gedropt. De Syriërs toonden echter slechts beelden van een afgeworpen brandstoftank, ergens in een verlaten gebied in het noordoosten van het land.De Israëlische autoriteiten namen direct na het voorval volstrekte radiostilte in acht. Ook de Israëlische media kregen van hogerhand een zwijgplicht opgelegd. Het dagblad Jerusalem Post klaagde deze week dan ook openlijk in zijn commentaar over de militaire censuur. „Het is ons niet toegestaan met stelligheid te melden of Israël zo’n tien dagen geleden een militaire operatie in Syrië heeft uitgevoerd, wat het doelwit was en of de operatie een succes was. Wat we wel kunnen zeggen is dat grote buitenlandse mediapublicaties berichten dat het doelwit een niet-conventionele, wellicht nucleaire militaire installatie was, en dat de Israëlische actie volgde op een zeer belangrijke zending van materieel uit Noord-Korea.”
Die verklaring valt inderdaad in diverse buitenlandse kranten te lezen. De Britse Times on Sunday, die zich merkwaardig genoeg op „hooggeplaatste, anonieme Israëlische bronnen” baseert, schreef deze week dat de aanval op Syrië al dit voorjaar was gepland. Het hoofd van de Israëlische inlichtingendienst Mossad liet premier Olmert destijds weten dat er bewijzen waren dat Syrië pogingen ondernam om Noord-Koreaans nucleair wapentuig te verkrijgen. Damascus zou het materiaal op langeafstandsraketten kunnen plaatsen, en daarmee een ernstige bedreiging voor de Israëlische veiligheid creëren. De krant wist zelfs te melden dat Israëlische grondtroepen ook aan de operatie hebben deelgenomen. Een commando-eenheid zou enkele dagen voor het bombardement in Syrië zijn geland, om het doelwit met behulp van laserapparatuur aan te stralen.
Amerikaanse diplomatieke bronnen hebben inmiddels bevestigd dat Israël Washington heeft ingelicht over de voorgenomen aanval. Of het Witte Huis zijn steun voor de actie heeft uitgesproken, lieten de zegslieden in het midden.
De Syrische regering schreeuwde weliswaar moord en brand over de schending van haar luchtruim en stelde Israël een „gepast antwoord” in het vooruitzicht, maar Damascus wilde niets kwijt over de vermeende aanval en nog minder over het mogelijke doelwit. Volgens analisten is dat een teken dat Syrië wel degelijk iets te verbergen heeft. Het feit dat Israël een militaire operatie op het grondgebied van zijn aartsrivaal uitvoert, geeft aan dat Jeruzalem zich met een serieuze en acute dreiging geconfronteerd zag.
Het incident doet zich overigens voor op een moment dat de spanningen tussen beide landen toch al hoog zijn opgelopen. Damascus heeft het afgelopen jaar zijn wapenarsenaal aanzienlijk uitgebreid, vooral met oorlogstuig van Russische makelij. Het Israëlische leger oefende maandenlang op de Golanhoogvlakte, waarbij een conflict met Syrië diverse keren werd nagebootst. Hardliners in de militaire top vinden dat de Israëlische strijdkrachten wel een opsteker kunnen gebruiken na het debacle van de Libanonoorlog, vorig jaar.
Hoewel Syrië militair gezien in de verste verte niet tegen Israël is opgewassen, zou een conflict tussen beide landen desastreuze gevolgen in de regio kunnen hebben. Mochten de spanningen tussen Jeruzalem en Damascus in een regelrechte oorlog ontaarden, dan is het zeker niet uitgesloten dat Hezbollah opnieuw de wapens tegen de Joodse staat opneemt.
Ernstiger is echter een mogelijke inmenging van Iran. In een reactie op de Israëlische schending van het Syrische luchtruim liet Teheran al weten dat het momenteel 600 Shehab 3-raketten op Israëlische doelen heeft gericht. Als Syrië of Iran wordt aangevallen, zullen deze projectielen direct worden afgeschoten, aldus een Iraanse verklaring op een website die aan de overheid is verbonden. „En dat is nog maar de eerste reactie”, voegde het Iraanse regime er dreigend aan toe.
Voormalig hoofd van de Mossad Shabtai Shavit zinspeelde eerder deze maand op een Israëlische aanval op Irans nucleaire installaties. „Alleen militaire interventie kan de Iraniërs ervan weerhouden nucleaire wapens te verwerven. Alleen door het gebruik van geweld kan Iran worden teruggeworpen”, aldus Shavit, die openlijk refereerde aan het Israëlische bombardement op de Iraakse kernreactor in Osirak in 1981.
Een precisieaanval zoals in 1981, is in Iran echter geen optie. Teheran heeft zijn nucleaire programma bewust niet op één plaats geconcentreerd. Het verrijken van uranium gebeurt volgens Iran in meer dan 3000 centrifuges, die vrijwel op elke willekeurige plek kunnen worden verborgen. Bovendien riskeren zowel Israël als de Amerikaanse militairen in Irak een krachtig militair antwoord van de Islamitische Republiek als de Joodse staat besluit in te grijpen.
In de Verenigde Staten circuleren inmiddels geruchten dat de regering-Bush bewust aanstuurt op een militaire actie van Israël tegen Iran. Dat zou Washington de legitimatie verschaffen om bondgenoot Israël te hulp schieten, waardoor het Witte Huis een vrijwel onmogelijke politieke discussie kan omzeilen. Of Jeruzalem zich voor dat karretje laat spannen, is echter maar zeer de vraag.