Mensen zijn te veel gericht op eigen kring
Naam: Wim Brandsma
Geboren: 23 januari 1947Werkt voor: Leprazending
Standplaats: Addis Abeba (Ethiopië)
Sinds: november 2006
Wat voor werk doe je precies?
„Ik ben algemeen consultant op het gebied van lepra. En dat is heel breed. Het betreft niet alleen de revalidatie, maar ook klinisch onderzoek en opleiding.”
Waarom doe je dit werk?
„Daar kan ik heel wat antwoorden op geven, maar ik denk dat er een heel stuk leiding in zit. Vaak zie je dat meer achteraf. In 1973 was de gedachte: Drie jaar Uganda, een leuk avontuur, en dan ga ik mijn eigen fysiotherapiepraktijk beginnen. Ik had toen nooit kunnen bedenken dat ik in 2007 nog heel actief in de lepra actief bezig zou zijn. Die regie heb je niet zelf in handen.”
Op welk punt zie je vooruitgang?
„Als ik terugkijk naar de achterliggende dertig jaar, constateer ik dat de directe behandeling van leprapatiënten verkort is van vaak levenslang tot nu maar zes maanden of twee jaar. Dat is een hele vooruitgang. De mensen kunnen genezen worden van de ziekte.”
Hoogtepunt?
„Vorig jaar keerden we na achttien jaar terug in Ethiopië. We zagen dat er nu nog maar twee buitenlandse ’werknemers’ zijn. Veel van de posten die vroeger door buitenlanders werden ingenomen, denk aan artsen, chirurgen en fysiotherapeuten, zijn nu in handen van de Ethiopiërs.”
Teleurstelling?
„Tegelijk zagen we vorig jaar dat bij veel mensen de diagnose nog te laat wordt vastgesteld of dat ze te laat uit zichzelf voor een behandeling komen. De mensen durven niet zonder angst naar voren te komen met: Hé, ik heb hier een plekje, zou dat lepra kunnen zijn? Daarin is niet veel veranderd.”
Ben je kerkelijk betrokken?”
„Ja, maar we zijn in Ethiopië nog een beetje aan het zoeken. We gaan het meest naar een internationale evangelische kerk.”
Speelt geloof een rol om daar te gaan werken?
„Het geloof is wel een hele sterke motivator geweest. Ik had heel makkelijk voor fysiotherapie kunnen kiezen, want ik ben op dat gebied ook nog gepromoveerd. Als tiener was ik al sterk naar buiten gericht: hoe bereik je je medemens en de zorg voor moeder aarde is meer dan dat stukje Nederland waar ik woon.”
Waar verwonder je je over?
„Ik verwonder me er nog steeds over dat er zo veel uitdagingen liggen om opgepakt te worden. Mensen, ook christenen, zijn te vaak gericht op hun eigen kringetje: kerk en familie en huisje, boompje, beestje.
Maar ik kan me ook verwonderen over de schepping. Als je in Ethiopië wakker wordt, hoor je al die vogels zingen. Dat is prachtig. Maar ook het menselijk lichaam. Dat is ook een fantastisch wonder.”
Wat vind je moeilijk in het contact met de bevolking?
„Dat je de taal niet goed spreekt. We hebben het voornemen er wat aan te doen. Anderzijds hoef je niet eens altijd de taal te spreken. Je voelt wel aan of je welkom bent.”
Wat ervaar je als gemakkelijk?
„Contact met de Ethiopiërs, maar ik leg eigenlijk met iedereen makkelijk contact, of dat nu de mensen zijn die de toiletten schoonmaken of de geneesheer-directeur.”
Mis je Nederland?
„Nee, in het geheel niet. We hebben een aantal kinderen en kleinkinderen, die mis je wel natuurlijk. Maar als ik terugkijk naar dertig jaar geldeden: toen had je luchtpostvellen. Nu zit je achter de computer en heb je je webcam. De avond dat ons kleinkind was geboren, zagen we foto’s van direct na de bevalling. De wereld is heel klein geworden.”
Zin om terug te gaan?
„Het kleinkind dat zojuist is geboren. Dat wil ik graag even zien.”