Burgemeester Loezjkov liet vrijdag weten dat hij „niet terug wil naar het verleden”, maar dat er niets was aan te merken op de „architecturale en artistieke compositie van het beeld.”

In augustus 1991 haalde een woedende menigte het standbeeld van de oprichter van de KGB, bijgenaamd ”IJzeren Felix” van zijn sokkel op het Loebjanka-plein, in het centrum van Moskou. De actie symboliseerde het einde van het communistische tijdperk. Het beeld werd niet vernietigd, maar samen met tientallen andere communistische ’kunstwerken’ geplaatst in een park in de Russische hoofdstad.

Loezjkov sprak zijn wens om Dzjerzjinski weer naar het centrum van de stad te halen uit tijdens een bijeenkomst van een commissie die tot doel heeft het aanblik van de stad te verbeteren. De burgemeester zei dat de maker van het standbeeld binnenkort zijn honderdste verjaardag viert, en dat „wij ons zouden moeten schamen tegenover deze kunstenaar, die een dergelijke belediging niet heeft verdiend.”