Minister wil begrenzing topinkomen
DEN HAAG - Minister Bos van Financiën wil een beloningsplafond voor topbestuurders in het bedrijfsleven.
Dat zegt hij dinsdag in een interview met het Financieele Dagblad. De minister en tevens vicepremier heeft het beloningsplafond voor topbestuurders vorige week aangekaart in een beraad met topondernemers van Shell, Akzo Nobel, ABN AMRO en Philips.Wat Bos betreft moeten raden van commissarissen de salarispakketten van bedrijfsbestuurders aan banden leggen. Niet alleen worden er absurd hoge bedragen betaald, ook is het verband tussen beloning en prestatie onduidelijk geworden, stelt Bos. „Hier ligt echt een taak voor de raad van commissarissen om de beloning op orde te hebben, en dat kan concreet met een beloningsplafond.”
De minister zegt geen moeite te hebben met variabele beloningspakketten, maar van tevoren moet daar een maximum aan worden gesteld. Ook vindt Bos het logisch dat bestuurders een bonus krijgen bij overnames, al moeten die bonussen wel openbaar worden gemaakt. „Het is niet goed als de indruk ontstaat dat hun keuze door hun beloning is beïnvloed.”
Bos staat al een tijd onder druk van zijn partij, de PvdA, en de linkse oppositie om de topinkomens aan te pakken. Ook dringen de vakbonden regelmatig aan om in te grijpen in de topsalarissen. De hoge beloningen van de topbestuurders Jan Bennink van Numico en Peter Bakker van TNT deden de discussie onlangs weer oplaaien.
Ook oud-bestuursvoorzitters Kees van Lede (Akzo Nobel), Jan Timmer (Philips) en Karel Vuursteen (Heineken) hekelen de huidige salarissen in het Nederlandse bedrijfsleven. In het televisieprogramma Netwerk stelden ze gisteren dat de hoge beloningen voor bestuurders in het bedrijfsleven „niet normaal meer” zijn.
Volgens Vuursteen bestaat er geen enkele relatie meer „tussen de prestatie en de beloning.” Van Lede vult aan dat „de beloningen aan de top steeds omhooggaan en dat is slecht voor de motivatie van mensen binnen het bedrijf.”
Volgens de oud-topmannen is er nu een generatie bestuurders werkzaam in de Nederlandse bedrijven die geen binding heeft met het bedrijf waar ze voor werken. „Als we niet oppassen, krijgen we huurlingen aan de top van het bedrijfsleven”, aldus Van Lede. „De enige loyaliteit die er nog is, is aan geld”, meent Timmer.