„Deze organisatie is omgevormd en Amerika zal volledig deelnemen aan zijn missie ter bevordering van mensenrechten, tolerantie en scholing”, zei Bush.

De Unesco is in 1946 opgericht ter bestrijding van intolerantie en racisme, maar kreeg halverwege de jaren ’80 kritiek omdat de organisatie corrupt, gepolitiseerd en slecht geleid zou zijn. De VS zegden hun lidmaatschap op in 1984, tijdens het presidentschap van Ronald Reagan. Daarmee raakte Unesco in één klap een kwart van het budget kwijt.

Groot-Brittannië keerde Unesco in dezelfde tijd ook de rug toe, maar keerde in 1998 terug. De toenmalige Amerikaanse president, Bill Clinton, zei dat de VS dat voorbeeld om financiële redenen niet konden volgen.

Unesco-directeur-generaal Koichiro Matsura kondigde bij zijn aantreden in 1999 aan dat hij zich zou gaan concentreren op de kerntaken van de organisatie en meer praktische programma’s zou invoeren. Vorig jaar maakte Unesco bekend de fouten uit het verleden te hebben hersteld en presenteerde de organisatie zich in een brochure aan de VS als een forum dat de Amerikanen de mogelijkheid biedt „partnerschap met hun buren te versterken en meer begrip te kweken door middel van dialoog, gezamenlijke projecten en uitwisseling.”