Boze Peruanen overvallen stadhuis voor voedsel
CHINCHA (ANP/AFP/EFE) – Honderden boze Peruanen zijn vrijdag het stadhuis van de plaats Chincha binnengevallen om hulp te eisen na de aardbeving van woensdag. Op het centrale plein van de stad kwamen zeker 2000 inwoners uit protest bijeen. Ze eisten water, voedsel en medicijnen.
De autoriteiten hebben tot kalmte opgeroepen. De hulp is onderweg, verzekerden ze. Chincha zit zonder stroom en water en de nachten zijn zo koud dat volgens inwoners al een drie maanden oude baby op straat is gestorven.
Voedsel is bijzonder schaars en winkels en restaurants die nog voorraden hadden, vragen volgens de inwoners nu torenhoge bedragen voor brood of vlees. Een kleine markt was vrijdag weer open, maar het aanbod was gering en de politie moest de verkopers beschermen tegen plunderaars.
In de stad Pisco, die vlak onder Chincha ligt, plunderden Peruanen die gefrustreerd waren geraakt over de langzame noodhulp apotheken. Ook vochten ze in de lange wachtrijen om voedsel. In de kuststad waren zoveel doden gevallen, dat families met elkaar overhoop lagen op een begraafplaats over plaatsen waar ze hun doden konden begraven.
Mensen in stoffige kleding, in de war na twee nachten zonder dak boven hun hoofd, klaagden over het gebrek aan medische hulp en noodvoorzieningen. In de buitenwijken blokkeerden kleine groepjes de weg om vrachtwagens uit de hoofdstad Lima te stoppen en te plunderen.
De president van Peru, Alan Garcia, bracht donderdag een bezoek aan het gebied. Hij beloofde toen eten en drinken, maar waarschuwde tevens dat de regering plunderaars zou vervolgen. „De staat beschermt, maar de staat bewaakt ook de orde”, sprak hij.