Peru likt zijn wonden na aardbeving
PISCO/LIMA (ANP/RTR/EFE) – Reddingswerkers in Peru waren in de nacht van donderdag op vrijdag naarstig op zoek naar overlevenden van de verwoestende aardbeving van woensdag. In de bijzonder zwaar getroffen stad Pisco werd nog een man levend onder het puin vandaan gehaald.
Voor veel slachtoffers komt hulp te laat; zij kunnen alleen nog maar dood worden geborgen. In veel ziekenhuizen en mortuaria is geen plaats meer; de lijken liggen daarom op straat. Naschokken blijven voor paniek zorgen.De ergste natuurramp in Peru van de afgelopen honderd jaar heeft aan zeker 510 mensen het leven gekost. Alleen al in de zuidelijke kustregio Ica raakten 80.000 mensen dakloos.
De zware aardebeving in het Zuid–Amerikaanse land heeft ook onherstelbare schade toegebracht aan archeologische voorwerpen en natuurlijke monumenten in de zuidelijke kustregio. Muren en ramen van musea in de zuidelijke kustprovincie Ica en op het schiereiland Paracas stortten in door de hevige trillingen. Daardoor zijn diverse archeologische objecten en mummies van pre–hispanische culturen onherstelbaar beschadigd.
In het bij toeristen bekende natuurreservaat Nationaal park Paracas, dat op de werelderfgoedlijst van de Unesco staat, zijn veel rotsformaties beschadigd. De allerbekendste rots, De Kathedraal, is zelfs helemaal verdwenen, aldus een woordvoerder van het park.
De beving van woensdagavond had een kracht van 8,0 op de schaal van Richter. Een beving van deze kracht komt zelden voor. De Peruaanse regering riep donderdag de noodtoestand uit. President Alan García betuigde zijn medeleven met de families van de slachtoffers.
De beving, die volgens ooggetuigen twee minuten duurde, veroorzaakte grote paniek bij de bevolking. De schok richtte grote schade aan in kustgebieden op enkele honderden kilometers ten zuiden van Lima. In de hoofdstad zelf sprongen ramen en viel de stroom uit.
Het zwaarst getroffen is de regio Ica met de steden Pisco en Chincha en de provinciehoofdstad Ica. Volgens de burgemeester van Pisco (55.000 inwoners) is zijn stad voor 70 procent verwoest. „De straten zijn bezaaid met honderden lijken en de ziekenhuizen liggen vol met gewonden", meldde burgervader Juan Mendoza.
Samen met collega’s riep Mendoza in een noodkreet de regering op hen te hulp te schieten. „We hebben geen water en er is geen communicatie mogelijk. We hebben medicijnen nodig, levensmiddelen en alle hulp die men ons kan geven".