Al–Qaida Irak verdacht van aanslagen
BAGDAD (ANP/RTR) – De Amerikanen vermoeden dat de aanslagen in het Koerdische noorden van Irak het werk waren van de terreurorganisatie al–Qaida in Irak. Reddingswerkers zochten woensdag in het puin van tientallen ingestorte huizen naar slachtoffers.
De Arabische nieuwszender al–Jazeera meldde dat het dodental opgelopen is tot vijfhonderd. De Iraakse autoriteiten spraken over 220 tot 250 doden en uit Koerdische bronnen is een aantal van 350 vernomen. Honderden personen raakten gewond. De aanslagen gelden inmiddels als de bloedigste sinds de Amerikaanse invasie in 2003.De Amerikaanse strijdkrachten stellen dat het nog te vroeg is om een verantwoordelijke aan te wijzen, maar de schaal van de aanslag, de gelijktijdigheid ervan en „de complete minachting voor menselijk leven” zijn volgens een generaal kenmerkend voor de islamitisch–soennitische opstandelingen. De rebellen lieten dinsdag in twee dorpen vier tankwagens gelijktijdig ontploffen. „Het was alsof een kernbom ontplofte”, omschreef een politieman het bloedbad.
Bijna vierhonderd mensen liggen in ziekenhuizen in de wijde omgeving. Gedetailleerde berichten uit het afgelegen gebied in de buurt van de grens met Syrië zijn evenwel moeilijk te krijgen.
De meeste slachtoffers zijn Yazidi’s, Koerden die een geloof aanhangen dat een mix is van oude godsdiensten en islamitische invloeden. Zij worden door soennitische militanten beschouwd als ongelovigen.
De aanslagen hebben de discussie doen oplaaien of de acties van het Amerikaanse leger, die zich concentreren in en rond de hoofdstad Bagdad, de rest van Irak onveiliger hebben gemaakt. Bewoners uit de getroffen dorpen al–Khahtaniya en al–Jazeera stellen dat in de omgeving veel aanhangers van militante organisaties wonen.