Musharraf pleit op vredesjirga voor samenwerking
KABUL - De Pakistaanse president generaal Pervez Musharraf heeft zondag op de slotzitting van de vredesconferentie in Kabul de ruim 600 Afghaanse en Pakistaanse stamoudsten en regeringsvertegenwoordigers ertoe opgeroepen extremisme af te zweren en samen te werken.
Musharraf zei dat Afghanistan en Pakistan steeds verder dreigen weg te zakken in een moeras van geweld als gevolg van een „bijzonder donkere vorm” van terrorisme, terwijl de rest van de wereld zich wijdt aan economische vooruitgang en daarvan de vruchten plukt.Musharrafs verschijning op de vredesjirga was zondagmorgen een verrassing, omdat hij eerder had laten weten niet op de vierdaagse bijeenkomst aanwezig te kunnen zijn en zijn premier Shaukat Aziz als plaatsvervanger had gestuurd. De president zegde zijn deelname vrijdag wel „in principe” toe. Hij liet de openingszitting, donderdag, over aan de gastheer van de conferentie, de Afghaanse president Hamid Karzai, en Aziz. Toen Musharraf zondag alsnog samen met Karzai de grote tent in Kabul betrad, kreeg hij een langdurige, staande ovatie.
Musharraf zei dat de „talibanisering” van de grensregio van beide landen verhindert te profiteren van de globalisering. „Pakistan heeft samen met Afghanistan de groei van extremisme en geweld in onze maatschappij ervaren”, zei Musharraf. „Wij kunnen niet in het verleden blijven vastzitten.” Hij benadrukte dat Afghanistan en Pakistan „moeten samenwerken om de krachten van extremisme en terrorisme te verslaan.”
De Pakistaanse president verwierp beschuldigingen dat Pakistan uit is op verdeeldheid in Afghanistan, om zo het buurland makkelijk onder de duim te kunnen houden. „Wij zullen nooit zo’n kortzichtig en rampzalig beleid voeren”, zei Musharraf.
Hij wees er ook op dat de taliban deel uitmaken van de Afghaanse samenleving. „De meesten mogen onwetend en misleid zijn, het zijn niet allemaal haviken en fanatici die de meest fundamentele waarden van onze cultuur en ons geloof met voeten treden.”
Karzai voorspelde dat de jirga een positieve invloed zal hebben en zei dat Afghanistan vertrouwen heeft in het buurland. Ook andere Afghaanse regeringsmedewerkers wezen op het belang van persoonlijke toenadering.
In een gezamenlijke slotverklaring wordt het terrorisme een bedreiging voor beide landen genoemd. De bestrijding van terrorisme moet een integraal onderdeel gaan vormen van het nationale beleid, aldus de tekst.
Een kleine groep deelnemers aan de conferentie zal zitting nemen in een gezamenlijke commissie die tot taak krijgt de dialoog tussen beide landen te bevorderen. Daartoe zijn geregelde bijeenkomsten gepland. De commissie zal ook actief worden in de strijd tegen de drugshandel.
Doel van de vredesjirga was een eind te maken aan het geweld in de grensregio van beide landen en in het zuiden van Afghanistan. Het plan voor de conferentie werd in september 2006 geboren in Washington, tijdens een overleg tussen Bush, Karzai en Musharraf.
Amerikaanse en Afghaanse regeringsmedewerkers stellen dat de taliban een veilig toevluchtsoord vinden in de vrijwel autonome stamregio in Noordwest-Pakistan, in het bijzonder in Noord- en Zuid-Waziristan, waar volgens Washington ook al-Qaidaleiders zijn ondergedoken. Pakistan zegt dat het zo’n 90.000 militairen naar de regio heeft gestuurd en dat het beslist geen broeinest van terrorisme is.
Gehoopt wordt dat de conferentie ertoe zal bijdragen dat Pathaanse leiders uit beide landen het geweld zullen afzweren en voor vrede zullen kiezen. De afwezigheid van talibanvertegenwoordigers en de boycot van de conferentie door hun sympathisanten in het Pakistaanse stamgebied lijkt in dit verband echter weinig bemoedigend.
Een Pakistaanse inlichtingenfunctionaris berichtte zondag dat vermoedelijke moslimstrijders in het autonome stamgebied in het noordwesten van Pakistan een Afghaanse man hebben onthoofd en een ander hebben doodgeschoten omdat zij voor de Verenigde Staten zouden hebben gespioneerd.
Bij Miran Shah werd zondagmorgen het lichaam gevonden van Habibur Rehman van de Zurmatstam in de Afghaanse provincie Ghazni. Hij was onthoofd. Ook zijn handen en benen waren afgehakt. Op een briefje viel te lezen dat hij was gedood omdat hij een spion was voor de VS.
De andere man werd gevonden bij een bazaar in de stad Dattakhel, ten westen van Miran Shah. Hij werd geïdentificeerd als Mohammed Ameer uit de Afghaanse provincie Paktika. Ook hij zou voor de VS hebben gespioneerd.
De afgelopen jaren zijn tientallen mensen in de regio gedood vanwege veronderstelde banden met de VS of de Pakistaanse regering. In het gebied zijn taliban, met de taliban sympathiserende strijders en al-Qaida-aanhangers actief.