De desbetreffende brief had te maken met een bedrag van 61.000 euro dat Bunschoten te veel heeft uitgegeven aan taallessen voor allochtone kinderen.Het ministerie wil dat de gemeente de 61.000 euro terugbetaalt en vroeg Bunschoten in de brief om cruciale inlichtingen over procesvertegenwoordiging. Toen de gemeente Bunschoten niet reageerde, verklaarde het ministerie haar niet-ontvankelijk.

De brief moet onderweg zijn kwijtgeraakt, zo concludeerde de Raad van State gisteren. Zowel de gemeente als het ministerie heeft een sluitend systeem dat in- en uitkomende post registreert. Daaruit blijkt dat de brief wel is verstuurd, maar nooit is aangekomen.

De Raad van State heeft de beslissing van de minister teruggedraaid. De kwestie over het geld kan nu inhoudelijk aan de bestuursrechter worden voorgelegd. De gemeente Bunschoten maakt daardoor nog steeds kans dat zij de 61.000 euro niet aan het ministerie terug hoeft te betalen.