VN: Klimaat voor iedereen topprioriteit
NEW YORK (AP) - Het eerste debat over klimaatsverandering in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties trok zo veel belangstelling dat er een derde dag aan werd geplakt om meer landen in de gelegenheid te stellen de problemen te schetsen die zij door de klimaatsverandering ondervinden. Bijna honderd landen maakten gebruik van hun spreekrecht.
„Het momentum is er”, zei de voorzitster van de Algemene Vergadering, Sheikha Haya Rashed al-Khalifa. „Maar wat we ermee doen is belangrijker.”Het zal waarschijnlijk meerdere jaren van intensieve en moeilijke onderhandelingen vergen om een verdrag te sluiten. Deze beginnen waarschijnlijk in december op het Indonesische eiland Bali. De UN Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) organiseert daar een twee weken durende bijeenkomst over nieuwe regels die in de plaats moeten komen van het klimaatverdrag van Kyoto, waarin 35 landen hebben afgesproken hun uitstoot van broeikasgassen in 2012 te hebben teruggebracht tot 5 procent onder het niveau van 1990.
VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon, die klimaatsverandering tot een van zijn topprioriteiten heeft gebombardeerd, riep de landen ertoe op voor 2009 een akkoord te bereiken, zodat er voldoende tijd overblijft om het te ratificeren voordat het in 2013 van kracht moet worden.
Ban zei dat hij op 24 september een bijeenkomst op hoog niveau wil houden om „de politieke wil te galvaniseren” voordat de onderhandelingen van start gaan.
Het zal moeilijk zijn de landen op één lijn te krijgen omdat zij verschillende prioriteiten hebben en omdat bij het klimaatdebat behalve milieu ook economie en energie een rol spelen.
De Verenigde Staten, die de meeste broeikasgassen uitstoten, zijn buiten het Kyotoverdrag gebleven, terwijl landen zoals China, India en Brazilië vanwege hun status van zich ontwikkelende landen in het verdrag worden ontzien. Zij vrezen na 2012 ook te worden verplicht tot milieumaatregelen, met mogelijke negatieve gevolgen voor hun economische groei en inspanningen om armoede te bestrijden.
De kleine eilandstaten in de Grote Oceaan dringen aan op snelle actie om te voorkomen dat zij onder water verdwijnen. De olieproducerende landen daarentegen vrezen voor verlies van hun belangrijkste inkomstenbron als er rigoureus wordt overgeschakeld op schone energie.
De Japanse onderhandelaar op het gebied van klimaatsverandering, Koji Tsuruoka, zei dat het erg belangrijk is dat de belangrijkste wereldleiders naar de bijeenkomst van 24 september komen. Als zij niet meedoen, kan er geen sprake zijn van vooruitgang en resultaten, zei hij. Ook is het zaak ervoor te zorgen dat alle landen deelnemen aan de onderhandelingen om de fouten te voorkomen van Kyoto, „waar overhaast werd gehandeld en de belangrijkste passagiers niet aan boord waren.”
Na de bijeenkomst van 24 september zal klimaatsverandering „voor ieder land politieke topprioriteit worden”, voorspelde Tsuruoka. De top van de G-8 die in juli 2008 in Japan wordt gehouden, biedt een verdere mogelijkheid om klimaatsverandering te bespreken en ervoor te zorgen dat de VS en China, die samen verantwoordelijk zijn voor 40 tot 45 procent van de broeikasgassen, zich vastleggen op serieuze reductiemaatregelen.
De Amerikaanse ambassadeur Zalmay Khalilzad sprak namens zijn land steun uit voor de UNFCCC en diens doelstelling de concentratie broeikasgassen te stabiliseren. Op Bali zullen de VS hun best doen vooruitgang te versnellen op de belangrijkste punten, waaronder duurzame bos- en landbouw, aanpassing aan de gevolgen van klimaatsverandering en verbetering van de beschikbaarheid van schone en zuiniger technologieën.
De plaatsvervangend ambassadeur van China, Liu Zhenmin, drong aan op beperking van ’luxe-uitstoot’ door de rijke landen en zei dat onderhandelingen over verdere beperking van schadelijke uitstoot na 2012 wat China betreft in het kader van het klimaatverdrag van Kyoto moeten plaatsvinden.
De Groep van 77, die 132 ontwikkelingslanden plus China vertegenwoordigt, zei dat de Bali-conferentie zal slagen aals de noden en zorg van alle ontwikkelingslandden in aanmerkig worden genomen. Milieuminister Mukhdoom Faisal Saleh Hayat van Pakistan, dat de groep leidt, zei dat Bali een compleet en duidelijk tijdschema moet opleveren voor een post-Kyotoverdrag.
Yvo de Boer, de Nederlandse directeur van het UNFCCC, noemde het bemoedigend om landen als China, India, Brazilië en Mexico te horen spreken over hun inspanningen om de klimaatsverandering aan te pakken. Het zijn signalen dat de internationale gemeenschap vindt dat we de volgende stap naar verandering moeten zetten, zei hij. „Nu hebben we een signaal van de staatshoofden en regeringen nodig om de onderhandelingen op Bali in gang te zetten en een verdrag tegen klimaatsverandering voor de lange termijn te ontwerpen.”