„Aanslagen waren kunstwerken”
De omstreden Britse kunstenaar Damien Hirst heeft opschudding veroorzaakt door de daders van de aanslagen vorig jaar in New York en Washington te feliciteren met hun ’visueel magnifieke’ creatie.
In een uitzending van de BBC zei hij dinsdagavond laat: „Met 11 september is het zo dat het een soort kunstwerk op zichzelf is. Het was weerzinwekkend, maar het was bedacht met het oog op het visuele effect.”
„Je moet het ze op een bepaalde manier nageven dat ze iets hebben bereikt dat niemand ooit voor mogelijk zou hebben gehouden en zeker niet tegen een land zo groot als de Verenigde Staten”, aldus Hirst.
Hirst, bekend geworden door onder andere in formaline ingelegde kadavers, is niet de eerste kunstenaar die de aanslagen prijst. De wereldberoemde componist Karlheinz Stockhausen zorgde een week na 11 september voor beroering toen hij in een vraaggesprek de aanslagen ’het grootste kunstwerk aller tijden’ noemde. „Dat mensen tien jaar als gekken oefenen, totaal fanatiek voor een concert, en dan sterven. Dat is het grootste kunstwerk dat er bestaat in de hele kosmos.” Ook zei hij: „Stelt u zich eens voor wat daar is gebeurd. Daar heb je mensen, die zijn zo geconcentreerd op een uitvoering en dan zijn vijfduizend mensen in de verrijzenis gejaagd, in een moment. Dat zou ik niet kunnen. Daarmee vergeleken zijn wij echt niets, als componisten.” Later distancieerde hij zich van die uitspraken en zei hij dat hij alleen had willen wijzen op de rol van de verwoesting in de kunst.