KANDAHAR (ANP) – Kolonel Hans van Griensven is zo trots als een pauw op de manier waarop zijn manschappen de afgelopen zes maanden in Uruzgan hun werk hebben gedaan. Hij vindt het geweldig zoals de militairen na zware aanslagen met veel Afghaanse slachtoffers en de dood van collega’s toch weer ’de poort’ uitgingen om de missie voort te zetten. „Het is makkelijk te zeggen dat we vanaf het begin af aan wisten dat het een moeilijke, complexe missie is en dat we er rekening mee hebben gehouden. Als het gebeurt, komt het keihard aan", zei de kolonel woensdag na de overdracht van zijn commando over de Task Force Uruzgan aan kolonel Nico Geerts.

In het half jaar dat Van Griensven de scepter zwaaide over de militairen in de Zuid–Afghaanse provincie, verloor de missie vier collega’s door aanslagen en één door een ongeval, en raakten diverse militairen ernstig gewond. De militairen zagen hoe onder de bevolking tientallen slachtoffers vielen, onder wie vrouwen en kinderen.

Om het moreel op peil te houden is volgens Van Griensven de tijd genomen om met elkaar en met hulpverleners over het geweld te praten. „Het is geweldig te zien hoe veerkrachtig de jongens en meisjes zijn en hoe ze zich inzetten". Als voorbeeld noemt hij de collega’s die vrijwillig aanboden een paar weken langer op de basis in Deh Rawod te blijven na de aanslag waardoor Tom Krist overleed. Een derde van zijn peloton was toen uitgevallen.

Nederland is nu een jaar actief in Uruzgan en het is nog steeds niet veilig om zonder militaire begeleiding door de provincie te trekken. Maar volgens Van Griensven zijn er successen geboekt. Hij heeft zijn opvolger op Kamp Holland geadviseerd om te volharden, geduld te bewaren, zich vooral te blijven richten op de bevolking en zich niet te laten afleiden door de tegenstanders.

Zo is bij Chora forse strijd geleverd maar zijn de Taliban er dit jaar nog niet in geslaagd om enig gebied terug te winnen. De weg tussen Tarin Kowt en Chora, via de gevaarlijke Baluchivallei, is nog niet hersteld maar het was al bekend dat dit niet snel zou lukken. Er worden al wel vergaderingen belegd met de dorpen langs de route om afspraken te maken over de werkzaamheden.

De invloedssfeer rond Deh Rawod is uitgebreid tot de hele vallei en Van Griensven noemt de vergadering met de dorpsoudsten van Mirabad vlak na de slag om Chora een grote vooruitgang. Dit gebied vlak buiten Tarin Kowt is jarenlang een roversnest geweest, benadrukt de kolonel. „Nu zijn ze bereid om met de regering in Kabul samen te werken". Het grootste succes noemt Van Griensven het feit dat de Nederlanders er in slaagden om zeshonderd Afghanen te redden na de overstromingen van de Helmandrivier dit voorjaar.

Volgens de commandant heeft Nederland na een jaar goed kunnen zien wat er allemaal gebeurt in het achtergestelde Uruzgan. Zoals de spanningen in het voorjaar tijdens de oogst van papaver, waar opium van gemaakt wordt. En ook de pogingen in de zomer om het gezag van de Afghaanse overheid te ondermijnen.

De mislukte pogingen van het Amerikaanse bedrijf Dyncorp en de Afghaanse overheid om de papaveroogst te vernietigen, laten volgens Van Griensven zien dat die strijd anders moet. Nederland stelt altijd dat er eerst alternatieven voor de boeren moeten komen, dat de drugshandel en het –transport ook meteen aangepakt moeten worden. Het heeft volgens Van Griensven geen zin om bloeiende papavervelden te vernietigen. De boeren moeten deze maanden alternatieven krijgen, want nu begint het zaaien voor de volgende oogst.

Toen Van Griensven begon aan zijn missie, wilde hij „verschil uitmaken". Volgens hem is dat gelukt. Er is een waslijst aan kleine opbouwprojecten in gang gezet die voor mensen in hun dagelijks leven veel verschil uitmaken. Grotere projecten zoals de weg tussen Tarin Kowt en Chora en het politie–opleidingscentrum staan voor de deur. Hij zou het dan ook doodzonde vinden als ISAF de missie in Uruzgan niet zou kunnen voortzetten. „De bevolking vindt het fantastisch dat wij hier zijn".