De twee zouden maandag naar Ecuador teruggestuurd worden, maar op het laatste moment werd dat verhinderd toen advocaten beroep tegen de deportatie aantekenden op grond van een onmenselijke behandeling door de Belgische autoriteiten.De zaak van Ana Cajamarca en haar dochter Angelica heeft in België een publiek debat uitgelokt over asielprocedures en de werkwijze van de immigratiedienst. Die raakte al eerder in opspraak toen in 2003 vier Belgische agenten voorwaardelijke celstraffen opgelegd kregen na de dood van een Nigeriaanse die tijdens haar uitzetting in 1998 om het leven kwam toen zij met haar gezicht in een kussen werd geduwd.

Zelfs de Belgische echtgenote van de Ecuadoraanse president, Anne Malherbe, bemoeide zich maandag met de zaak. Ze riep de Belgische autoriteiten op om moeder en dochter, die al vier jaar illegaal in het land wonen en sinds een maand vastzaten in een detentiecentrum voor illegale asielzoekers, in België te laten blijven. Ze zei dat het schokkend was om een 11-jarig meisje achter de tralies te zien dat ze zich schaamt Belgische te zijn.

Een Brusselse rechtbank oordeelde maandag dat België de Europese regels voor de rechten van de mens overtrad door een minderjarige op te sluiten en gelastte de deportatie tot nader orde op te schorten. Selma Benkhelifa, de advocaat van de twee, zei dat de moeder blauwe plekken had van de handboeien en dat ze bovendien door agenten geduwd was. Bruno Francx van de Belgische politie zei dat zijn eenheid, die verantwoordelijk was voor de uitzetting, de twee op geen enkel moment slecht had behandeld. De twee zijn vrijgelaten in afwachting van behandeling van het beroep.

Tegenstanders van de uitzetting zeggen dat de twee zijn gentegreerd in de Belgische samenleving. De dochter gaat er al vier jaar naar school. De twee kwamen samen met de vader van Angelica in 2003 naar België. De vader heeft inmiddels een relatie met een Belgische en de moeder is verloofd met een Belg en is van plan snel te trouwen.

Een rechtbank verwierp vorige week in hoger beroep een protest tegen de uitzetting. Medestanders van moeder en dochter wendden zich tot ministers en koning Albert II.