Eerder vrijdag op de dag bezetten honderden religieuze studenten de Rode Moskee en verhinderden zij dat een door de regering aangewezen imam de moskee binnen zou gaan. Na de aanslag wist de politie met harde hand de controle over de moskee van de demonstranten over te nemen. Rond de vijftig betogers werden gearresteerd.In de moskee werd vrijdag voor het eerst een gebedsdienst gehouden sinds het leger ruim twee weken geleden een radicale geestelijke en zijn aanhangers met geweld uit het gebouw verwijderde. De dienst werd echter niet geleid door de imam die door de autoriteiten was aangewezen, maar door een imam die de demonstranten steunt. De politie zette later traangas in om de demonstranten te verjagen. De betogers hadden toen al de muren van de Rode Moskee, die na de ontruiming van ruim twee weken geel waren geverfd, met rode verf beklad en een vlag met twee gekruiste zwaarden gehesen.

De vondst van het lichaam van een klein meisje leidde tot extra woede onder de betogers. Enkele mensen zouden tussen afval bij de moskee haar lichaam hebben aangetroffen. Naar verluidt was het meisje leerlinge op een school die bij de moskee hoort.

De demonstranten hadden eigenlijk gewild dat de voormalige imam van de moskee, Maulana Abdul Aziz, de gebedsdienst zou leiden, maar die zit vast. Aziz werd op 4 juli gearresteerd toen hij gekleed in een boerka uit de belegerde moskee probeerde te ontsnappen. Zijn broer Abdul Rashid Ghazi nam zijn rol als leider van de radicale moslims in de moskee over en werd een week later bij de ontruiming gedood.

De demonstranten riepen leuzen tegen president Musharraf, die ze voor hond en moordenaar uitmaakten. Bij de ontruiming en de daaraan voorafgaande zeven dagen durende belegering van de moskee vielen zeker honderd doden.