Drie verdachten kregen wegens het aanzetten tot moord zes jaar gevangenisstraf opgelegd en één verdachte werd wegens het aanzetten tot rassenhaat tot vier jaar cel veroordeeld. Het viertal nam in februari 2006 deel aan een demonstratie tegen de cartoons voor de Deense ambassade in Londen.De rechter achtte bewezen dat drie verdachten, 24, 25 en 27 jaar oud, bij die gelegenheid opriepen tot de dood van degenen die verantwoordelijk waren voor de publicatie van de spotprenten, die voor het eerst verschenen in de Deense krant Jyllands-Posten. De drie zeiden tijdens hun rechtszaak dat ze slechts uiting hadden gegeven aan hun woede, en niet werkelijk wilden aanzetten tot moord.

De rechter accepteerde dat verweer echter niet en zei dat niemand het recht heeft om een ideologie van vernietiging en dood uit te dragen. „Hoe diepgelovig je ook bent, dat is geen excuus om de wetten van het land te overtreden”, aldus rechter Brian Barker. Het argument van de verdachten, dat zij zich hadden laten leiden door hun woede over wat zij zagen als grove belediging van hun geloof, werd evenmin door Barker geaccepteerd. „Dit proces gaat niet over diepbeleefde belediging van een godsdienst. Het gaat over woorden die door Britse ingezetenen in de straten van Londen werden uitgeschreeuwd.”

Buiten voor de deur hadden zich dertig tot veertig betogers verzameld onder leiding van Anjem Choudary, de vroegere leider van de inmiddels verboden militante groepering Al-Ghurabaa en een van de instigatoren van het protest tegen de spotprenten. Choudary betichtte de Britse regering ervan een kruistocht tegen de islam te voeren. „Er zijn consequenties voor landen die dit soort dingen doen”, zei hij, alvorens voor te gaan in een gebed voor wat hij de moedjahedien in Irak en Afghanistan noemde.