Het Bulgaarse ministerie van Buitenlandse Zaken kondigde aan dat het woensdag een officieel uitleveringsverzoek aan Tripoli zou sturen. Volgens de Bulgaarse procureur-generaal Boris Velchev baseert dat verzoek zich op een verdrag uit 1984 dat erin voorziet dat de zes hun straf in Bulgarije uitzitten. Vorige maand verleende Bulgarije de Palestijnse arts het Bulgaarse staatsburgerschap, zodat ook hij aan Bulgarije uitgeleverd kan worden. Velchev noemde het allerminst zeker dat Libië direct op het verzoek tot repatriëring in zal gaan, maar het verdrag uit 1984 voorziet in een tweede poging, zei hij.De advocaat van de arts en de verpleegsters, Harry Haralampjev, zei dat de zes na uitlevering in Bulgarije in aanmerking kunnen komen voor een presidentieel pardon. President Georgi Parvanov weigerde daar echter op in te gaan, en noemde speculaties in die richting op dit moment „niet van toepassing.”

Voorafgaand aan de omzetting van het doodvonnis liet de advocaat van de met hiv geïnfecteerde kinderen weten dat de ouders hun eis hadden ingetrokken dat de arts en de verpeegsters ter dood zouden worden gebracht. De ouders lieten de eis varen, omdat ze inmiddels een schadevergoeding hebben ontvangen als onderdeel van een schikking die vorige week werd getroffen, zei de advocaat. Het gaat om een bedrag van 1 miljoen dollar (725.000 euro) per besmetting.

Vorige week werd het doodvonnis van de zes betrokkenen door het Libische hooggerechtshof bekrachtigd, maar de opperste juridische raad, die geleid wordt door de minister van Justitie, had het laatste woord.

De verpleegsters en arts zitten sinds 1999 vast. Ze hebben hun onschuld altijd volgehouden en gezegd door marteling tot een bekentenis te zijn gedwongen. Wetenschappers hebben op het proces verklaard dat er al lang aids in het ziekenhuis van Benghazi rondwaarde voordat de buitenlanders er kwamen werken. Zeker vijftig van de besmette kinderen zijn overleden.