Dat blijkt uit een dinsdag gepresenteerd rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en het Centraal Bureau voor de Statistiek.Het onderzoek is een verdieping van een publicatie uit 2005, waaruit bleek dat specifieke groepen allochtonen zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers.

Antillianen onderscheiden zich in negatieve zin vooral in drugs- en wapendelicten en vermogensdelicten (bijvoorbeeld een inbraak) met geweld.

Marokkanen worden vaak verdacht van vermogensdelicten (met en zonder geweld), bedreiging en vernieling en verstoring van de openbare orde.

Surinamers gaan relatief vaak in de fout op het gebied van verkeersmisdrijven en drugs- en wapendelicten.

Van de vier ’grote’ groepen allochtonen -Marokkanen, Surinamers, Turken, Antillianen- komen de Turken het minst slecht uit de bus. Als ze in de fout gaan, is dat met name op het gebied van verkeersmisdrijven en wapendelicten, aldus de onderzoekers.

Ook Afrikanen, Arabieren, Oost-Europeanen, Zuid-Aziaten en Latijns-Amerikanen blijken gemiddeld meer op hun kerfstok te hebben dan de doorsnee-Nederlander. Opvallend is het relatief hoge aantal vermogensdelicten bij Oost-Europeanen en het hoge aantal zedendelicten onder Afrikanen.

Westerse allochtonen, Zuidoost-Aziaten, Oost-Aziaten blijken juist minder crimineel te zijn dan de gemiddelde Nederlander.

Opvallend is dat onder Marokkaanse criminelen veel jongeren van tussen de vijftien en de twintig jaar zitten. Ook blijkt dat de criminaliteitscijfers onder Antilliaanse twintiger en dertigers „erg hoog” blijven, aldus de onderzoekers.