Kerk en schip
In veel hervormde kerken, vooral in Noord-Holland, hangen scheepsmodellen. Voor de sier, maar ook ter nagedachtenis aan een belangrijke gebeurtenis of als monument voor op zee gebleven familieleden. Het Marinemuseum in Den Helder besteedt met de foto-expositie ”Kerk en Schip” aandacht aan deze modelscheepjes.
De tentoonstelling, die is ondergebracht aan boord van het museumschip De Schorpioen, bestaat uit foto’s van twaalf kerken met hun schepen. Ze staan in Alkmaar, Durgerdam, Haarlem, Huisduinen, Jisp, Marken, Oosterland, Oostzaan, De Rijp, Schermerhorn, Spaarndam en Watergang.Annette de Wit, samensteller van de tentoonstelling, schat het totaalaantal modelschepen in kerken op ruim vijftig. De traditie om deze schepen in de kerk op te hangen, stamt volgens haar uit de middeleeuwen. „Miniatuurschepen fungeerden als votiefgeschenk. Zeelieden schonken een scheepje aan Maria of een andere heilige, legden hiermee een gelofte af en verwachtten in ruil daarvoor een behouden vaart of goede vangst.” De scheepjes waren meestal van was of van zilver.
Na de Reformatie kwam er een einde aan de traditie van votiefgeschenken. Toch werden nog steeds scheepsmodellen in kerken opgehangen. Deze waren doorgaans van hout. Ze pasten in een andere traditie: die van sierscheepjes. Al sinds de middeleeuwen bouwden zeelieden scheepsmodellen, waarmee ze hun huizen decoreerden. Later werden de modellen ook door ambachtslieden vervaardigd.
Vaak schonken reders, schippers, gilden of de lokale overheid een scheepsmodel aan de kerk. „Uit beroepstrots, maar ook om daarmee hun verbondenheid met de kerkgemeenschap uit te drukken.”
Hoewel de scheepjes geen directe religieuze functie meer hadden, dienden ze niet alleen maar tot verfraaiing van het kerkgebouw. Een gemeente kon ook een model ophangen ter nagedachtenis aan een specifieke gebeurtenis. Het scheepje in de hervormde kerk van Watergang zou gemaakt zijn door een zeeman die als weesjongen naar zee vertrok. Op een van zijn reizen werd hij door Barbarijse zeerovers gevangen genomen en als slaaf verkocht. Met losgeld van de Watergangers kwam hij vrij. Uit dankbaarheid schonk hij een scheepje aan de kerk.
Ook het schip in de Grote of Sint-Laurenskerk in Alkmaar verwijst naar een historische gebeurtenis. Een anonieme inwoner van de stad schonk het na de Hollandse overwinningstocht naar het Engelse Chatham, in juni 1667. Het scheepje vormde een monument ter nagedachtenis aan de gebeurtenissen in de Medway.
De spiegels, aan de achterzijde van de schepen zijn vaak prachtig gedecoreerd. Het model in Alkmaar is versierd door de kunstschilder Ceasar van Everdingen. De schildering toont een panorama van Alkmaar, waarop onder andere de Sint-Laurenskerk en het stadhuis zijn afgebeeld.
In de kajuitvensters zitten „vier schone juffers”, die vier soorten onkuisheid voorstellen. Ze zijn waarschijnlijk bedoeld als waarschuwing voor zeelieden, die zich dienen te onthouden van overspel en het bezoeken van prostituees. Bovenaan staat een ruiter met opgeheven zwaard, een verwijzing naar zeeheld Michiel de Ruyter.
Volgens samensteller De Wit is een ander doel van de scheepjes dat zij de gemeenschap eraan herinnerden dat de zeevaart de belangrijkste bron van welvaart vormde. Voor de vrouwen en kinderen die de kerk bezochten, stonden de scheepjes symbool voor de mannen en vaders die afwezig waren. Ook is niet uit te sluiten dat individuele zeelieden vasthielden aan het oude geloof dat het schenken van een schip zou leiden tot een behouden vaart.
Nog steeds zijn er kerken die een modelschip aan het plafond hangen. Dat gebeurt meestal in plaatsen die vanouds nauw betrokken zijn op de zee. De kerk in Den Hoorn op Texel kreeg vorig jaar nog een schip - ter nagedachtenis aan een schipbreuk in de negentiende eeuw.
Openstelling Oude Kerk Putten
De Oude Kerk te Putten is woensdag voor bezoek opengesteld. Dat geldt ook voor de woensdagen 1 augustus, 15 augustus en 29 augustus, van 10.00 tot 12.30 uur. In de kerk zijn gastheren en -vrouwen aanwezig om vragen te beantwoorden. De kerk in Putten is gebouwd in het jaar 855, als een klein, eenvoudig, houten kerkje. Na het jaar 1000 begon men de kerk te bouwen in tufsteen, zoals dat nu nog te zien is in het fundament van de toren. Hierna is de kerk nog verschillende malen verwoest en weer herbouwd.
voetnoot (u17(De rubriek Grondvlak is bedoeld voor nieuws vanuit plaatselijke gemeenten. Berichten die voor plaatsing in aanmerking komen, kunnen gemaild worden naar: grondvlak@refdag.nl. Post kan gestuurd worden naar: Reformatorisch Dagblad, t.a.v. kerkredactie, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.