Druk op Bush groeit wegens Irakbeleid
NEW YORK - Zeven prominente Republikeinse senatoren deden woensdag een beroep op hun partijgenoot president Bush om zijn Irakbeleid te wijzigen. „De recente uitbreiding van het aantal troepen heeft weinig opgeleverd en politiek is er geen vooruitgang te bespeuren. Het wordt tijd dat wij daar vertrekken”, aldus senator Chuck Hagel.
De Senaat begon deze week aan de behandeling van de defensiebegroting voor het nieuwe fiscale jaar dat op 1 oktober begint. Dat gaat gepaard met het indienen van tal van amendementen door Democraten en Republikeinen, waaronder meerdere die betrekking hebben op het Irakbeleid. Een eerste amendement kreeg woensdag de steun van 56 van de 100 senatoren. Een meerderheid, dankzij verschillende Republikeinen die zich bij de Democraten schaarden, maar niet de vereiste zestig stemmen die nodig zijn om een veto van president Bush te overstemmen.De Democraten hopen de magische grens van zestig stemmen binnen afzienbare tijd te bereiken, want hun voorstellen krijgen steeds meer Republikeinse steun. Waarom wenden steeds meer Republikeinen zich af van het Irakbeleid van Bush? „Veel parlementariërs krijgen in hun kiesdistricten kritiek te horen op dit Irakbeleid”, aldus politiek analist Thomas Palmer van het Cato Research Instituut in Washington. Hij wijst erop dat van de zeven senatoren die zich woensdag kritisch uitlieten over het Irakbeleid van Bush, er zes volgend jaar willen worden herkozen.
„Als je herkozen wilt worden, dan zul je je moeten distantiëren van het impopulaire Irakbeleid van de president. Die krijgt volgens de laatste Gallup-poll voor dat beleid nog maar steun van 20 procent van de bevolking. De meerderheid, 70 procent, vindt dat wij uit Irak moeten vertrekken. Daar komt bij dat Bush na volgend jaar opstapt, waardoor zijn politieke invloed steeds verder afneemt. Senator John McCain is de enige Republikeinse presidentskandidaat die het Irakbeleid van Bush steunt. Hij betaalt daarvoor een politieke prijs, want hij zakt steeds verder in de opiniepeilingen”, aldus Palmer.
Bush wil voorlopig overigens niets weten van een beleidswijziging. Hij wijst erop dat de Amerikaanse opperbevelhebber in Irak, generaal David Petraeus, in september verslag zal doen over de stand van zaken. In een interim-rapport zegt de regering deze week dat de veiligheidssituatie in Irak „in sommige regio’s is verbeterd.” Daar staat echter tegenover dat er politiek geen vooruitgang is geboekt. Van de politieke doelstellingen is er geen enkele in Bagdad gerealiseerd.
„Waarom moeten onze militairen in Irak optreden als politieke babysitters, terwijl de Irakezen hun verantwoordelijkheid niet nemen? Dat heeft nu lang genoeg geduurd”, meent de Republikeinse senator Olympia Snowe. Zij wijst op de hoge prijs van de oorlog, in de eerste plaats in de vorm van mensenlevens -er zijn al meer dan 3600 Amerikanen en tienduizenden Irakezen omgekomen- en verder in de vorm van geld - 10 miljard dollar per maand alleen voor Irak. „En dat voor een oorlog die geen uitzicht biedt op verbetering; dat is gewoon onverantwoord”, aldus Snowe.
De Amerikaanse ambassadeur in Bagdad, Ryan Crocker, zei eerder deze week tegenover The New York Times een „chaos” te verwachten als de Amerikaanse troepen voortijdig uit Irak vertrekken. Zijn waarschuwing werd ondersteund door de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Hoshyar Zebari. „De heren hebben waarschijnlijk gelijk, maar is het nu dan geen chaos in Irak? Er wordt daar een sektarische burgeroorlog uitgevochten, waarvan al-Qaida profiteert en waarbij de politieke topleiders van Irak werkeloos toekijken. Als dat geen uitzichtloze chaos is, dan weet ik het niet”, meent Frederic Grare van de Carnegie Stichting voor Internationale Vrede in Washington.
Wat betreft de voortgang van het Irakdebat verwacht Grare dat zo veel Republikeinen zich tegen september bij de Democratische oppositie zullen scharen, dat er voldoende stemmen zijn om president Bush tot een exitstrategie te dwingen. „En als de president dan nog niet wil bijsturen, kan het parlement in het uiterste geval de hand op de knip houden. Dan krijgt Bush geen geld meer voor de oorlog. Veel kiezers die de Democraten vorig jaar aan hun meerderheid in het parlement hielpen, hadden dat al veel eerder verwacht. Ook van die kant neemt dus de druk toe om het Amerikaanse militaire engagement in Irak -hoe dan ook- te beëindigen.”