Het openbaar ministerie onderzoekt de incidenten waarbij na een laserbehandeling tegen spataderen levensgevaarlijke situaties ontstonden. Paul Snelders, locatiemanager van de polikliniek die gespecialiseerd is in de behandeling van spataderen, bevestigde een bericht hierover in het AD.Twee patiënten moesten na een laserbehandeling door de arts met spoed worden geopereerd aan hun hart. Bij beiden was na de spataderbehandeling een dunne metalen draad in een ader achtergebleven, door het lichaam gaan zwerven en uiteindelijk in het hart beland.

De Blaak heeft naar aanleiding van het tweede incident een externe deskundige ingehuurd voor een onderzoek naar de gang van zaken. „De betreffende arts is op non-actief gesteld en daarmee is de kans op herhaling uitgesloten”, aldus Snelders. „Het gaat hier om een menselijke fout.”

Een woordvoerster van het OM merkt op dat „het wel heel opvallend is als zoiets twee keer misgaat. Ook is het op zijn minst bijzonder dat de kliniek niet heeft opgemerkt dat er iets ontbrak.”

De zaak kwam een jaar geleden aan het rollen toen de eerste patiënt aangifte deed tegen de arts. Zij was na een laserbehandeling in september 2005 in kritieke toestand opgenomen in een ziekenhuis in Breda, waar artsen de metalen draad in haar hart ontdekten. Naar aanleiding van die aangifte begon het OM een onderzoek naar de chirurg. Vorige week kwam een melding van een tweede geval: een man die rond dezelfde tijd en door dezelfde arts was geholpen kreeg pas maanden later last van zijn hart. Ook hij is met spoed geopereerd.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg is een eigen onderzoek begonnen naar de handelwijze van de polikliniek.

Bij de laserbehandeling wordt met behulp van een 120 centimeter lange draad een katheter in de te behandelen ader geschoven. Vervolgens wordt de metalen draad vervangen door een draad van glasvezel. Met korte laserimpulsen door het glasvezel wordt de ader dichtgeschroeid. De betreffende arts vergat de geleidedraad te verwijderen voordat hij de glasvezeldraad inbracht.