Buitenland

Blues: de melancholieke roep van Afro-Amerikanen

Het staat allemaal keurig genoteerd in de boekhouding van het verkoophuis van Natchez:

- Henry Martin, vrouw Nancy, zoon Anthony verkocht aan John Massey voor 810 dollar.

- Fanny en kinderen Louisa en Delia verkocht aan William Ferguson voor 1000 dollar. En zo gaat het verder. De hele ’lading’ slaven die werd aangevoerd door de ”Liverpool” werd tegen goede prijzen verkocht op de roemruchte slavenmarkt van Natchez aan de Mississippi.

Koen Corver
6 September 2002 23:16Gewijzigd op 13 November 2020 23:47

Wij schrijven juni 1843 en er is nog geen infrastructuur in het zuiden van de Verenigde Staten zoals wij die nu kennen. De meeste slaven die in Natchez in Mississippi werden verkocht, zouden de verdere tocht naar hun definitieve bestemming te voet maken. Sommigen niet minder dan 645 kilometer noordwaarts, naar Memphis in Tennessee, langs het beruchte ”Natchez Trace” (Natchez-spoor). Tegenwoordig lopen daar geasfalteerde wegen en men kan zich moeilijk het leed en de ellende voorstellen van de slaven die, nog nauwelijks bekomen van hun transport over een woelige zee, te voet verder moesten naar hun eindbestemming.

Het Natchez-spoor bestond in feite uit een stelsel van oude indianenpaden, die later ook door de blanke kolonisten werden gebruikt. Aan elkaar geketend moesten de groepen slaven afmarcheren naar het noorden. Wie probeerde te ontsnappen werd gruwelijk gestraft. Maar niet levensgevaarlijk, want daarvoor was de ’investering’ te kostbaar. Slaven leverden hun eigenaars goedkope arbeid, die voornamelijk werd gebruikt voor de verbouw en het plukken van katoen, het ”witte goud”. Prachtige buitenhuizen getuigen nog steeds van de rijkdom die de zwarte arbeiders hun meesters brachten.

Daarvoor wordt nu de rekening gepresenteerd. Het advocatenkantoor Deadria Farmer-Paellmann diende in maart bij een federale rechtbank in New York een schadeclaim in „namens 35 miljoen Afro-Amerikanen.” Een bedrag werd nog niet genoemd, maar wel enkele bedrijven die indertijd geprofiteerd hebben van slavenarbeid. Bijvoorbeeld de Providence Bank, die zou zijn gesticht met het geld dat slavenhandelaar John Brown met zijn mensenhandel verdiende.

Verder wordt de spoorwegmaatschappij CSX genoemd, omdat deze in de 19e eeuw haar spoorwegnet met hulp van slavenarbeid aanlegde. Volgens het advocatenkantoor hebben slaven de Amerikaanse economie door hun onbetaalde arbeid met minstens 40 miljoen dollar verrijkt. Een bedrag dat nu omgerekend 1,4 biljoen (miljoen maal miljoen) dollar zou vertegenwoordigen.

Vorige maand kwamen vertegenwoordigers van tal van zwarte burgerrechtengroepen in Washington bijeen om de eis tot schadevergoeding politiek kracht bij te zetten. De vraag is of dat gaat lukken. Uit een recente opiniepeiling blijkt dat 70 procent van de blanke Amerikanen een openbare verontschuldiging tegenover de zwarte medeburgers voor de slavernij niet nodig vindt. Laat staan een financiële schadevergoeding. En aan wie zou zo’n schadevergoeding moeten worden uitbetaald? Aan nakomelingen van slaven of aan instituten die zich inzetten voor betere opleidingen voor de zwarte bevolking en voor meer politiek engagement, waardoor men de maatschappelijke en economische positie van de Afro-Amerikanen kan verbeteren? „Voorlopig gaat het ons niet om de vraag hoe er betaald wordt. Eerst moet de erkenning komen dat de slavernij in de 18e en 19e eeuw een misdaad tegen de menselijkheid was”, aldus Charles Barron, die zich in Brooklyn in New York inzet voor deze kwestie.

„Geschiedenis, allemaal geschiedenis, wij moeten verder. Wij kunnen niet achterom blijven kijken, wij moeten vooruit. Ik ben trouwens bang dat deze beweging deels is begonnen onder invloed van een groep slimme advocaten die er veel geld aan hoopt te verdienen”, meent de zwarte onderwijzeres Lydia LeRoy uit Philadelphia. Bestaat er volgens haar maatschappelijke gelijkheid in Amerika? Nee, dat nog lang niet, maar de situatie wordt heel langzaam wel steeds beter volgens LeRoy.

Dat mag in Philadelphia het geval zijn, maar wie door de zuidelijke staten van de VS reist, ziet daar nog bittere en bittere armoede, vooral onder de zwarte bevolking. Die mag dan in 1865 „bevrijd” zijn van de slavernij, maar daarmee werd deze bevolkingsgroep niet bevrijd van de drukkende armoede. Soms bood alleen de muziek een uitweg uit de dagelijkse ellende. ”Blue devils” was in de 18e eeuw Engels slang voor melancholie. Dat werd in de zwarte muziek tot ”having the blues” of kortweg de ”blues”.

„Deze muziek is de vertaling van het verdriet, van de wanhoop en later ook wel van de hoop van de zwarte bevolking. Zwarte muziek en ook zware muziek, die nergens anders kon ontstaan dan aan de oevers van de traag stromende Mississippi, die zo veel onrecht heeft gezien dat de zwarte bevolking werd aangedaan. Hoe deze muziek zich later ook ontwikkelde, vergeet nooit dat deze melancholieke rhythm-and-blues-songs zijn geboren uit de ellende van het slavenbestaan”, aldus Christine Wilson, conservatrice van het staatsarchief van de staat Mississippi in de hoofdstad Jackson van deze staat.

De blues en de religieuze gospelsongs zouden bijna een eeuw lang voornamelijk ’zwarte’ muziek blijven, met beroemde namen als W. C. Handy en McKinley Morganfield, bijgenaamd ”Muddy Waters” (”Modderig Water”, de bijnaam van de modderige Mississippi). Radio en grammofoon zouden deze muziek in de 20e eeuw ook onder een breder publiek bekendheid geven.

Een echte doorbraak kwam met de blanke Elvis Presley, wiens dood 25 jaar geleden vorige maand uitgebreid werd herdacht in Memphis. Presley nam elementen van de zwarte muziek over en mengde die met country-elementen tot zijn geheel eigen rock-’n-rollmuziek. „Presley creëerde via zijn eigen muziek veel erkenning voor de traditionele zwarte muziek. Maar ja, Presley komt ook voort uit ditzelfde gebied dat de zwaarmoedige blues voorbracht”, aldus Christine Wilson.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer