Drie CDA’ers tegen wet homoadoptie
DEN HAAG - De Kamer heeft dinsdag ingestemd met het wetsvoorstel om adoptie van buitenlandse kinderen door homoparen mogelijk te maken. Bij het CDA stemden drie Kamerleden uit principe anders dan hun fractie.
Ze hebben geen moment getwijfeld, de CDA-Kamerleden Bilder en Hessels. Voor afgevaardigde De Rouwe lag dat iets anders, hij heeft tot net voor de stemming geaarzeld. Maar uiteindelijk stemde ook hij om principiële redenen tegen. Het gebeurt zelden dat Kamerleden in hun stemgedrag afwijken van de fractielijn.„Van meet af aan was het voor mij duidelijk”, zegt Bilder, ouderling van de Gereformeerde Bondsgemeente in Ermelo. „Ik ben principieel van mening dat het huwelijk tussen man en vrouw in de scheppingsorde is gelegen, het is een instelling van God. Net als de meerderheid van de fractie in 2000 was ik tegen de instelling van het homohuwelijk, nog steeds ben ik tegen, dus ook tegen adoptie door homoparen. Daarnaast vind ik het bezwaarlijk dat steeds geredeneerd wordt vanuit de gelijkberechtiging van homoparen en niet vanuit het kind. Ik denk dat een kind een vader en een moeder nodig heeft.”
Voor Hessels was het de eerste keer in vijf jaar Kamerlidschap dat hij anders dan zijn fractie stemde. „Het is niet zomaar wat”, erkent de rooms-katholieke Limburger. „Ik geloof dat een kind het beste gedijt in een zo normaal mogelijk gezin. Mijn belangrijkste argument tegen het homohuwelijk was en is de mogelijkheid voor homoparen om kinderen te adopteren. Ik kijk naar de bedoeling van de Schepper; alleen een man en een vrouw kunnen samen een kind krijgen, dat zegt voor mij genoeg.”
De Rouwe heeft lang gedubd, veel gepraat ook met zijn vrouw en fractiegenoten. „Het is niet zomaar wat om tegen te stemmen”, zegt het Kamerlid, lid van een evangelische gemeente in Bolsward.
De fractie benaderde het wetsvoorstel, conform de bestuur- derstraditie van het CDA, vooral als een bestuurlijke kwestie. Het homohuwelijk is nu eenmaal een feit, dan ook gelijke rechten voor homoparen, luidde de redenering. De Rouwe voelt wel wat voor die benadering, hij is niet voor niks CDA’er: „Een fractie moet als één gezicht naar buiten treden.”
Uiteindelijk maakte hij toch een andere keuze. „Vanuit mijn geloof denk ik: zo is het huwelijk niet bedoeld.”
Alle drie benadrukken ze dat van fractiediscipline geen sprake was. Er is „open, eerlijk en met respect voor elkaar” gedebatteerd over de standpunten. „Maar er zijn gewoon zaken waarvan je moet zeggen: dit is zo principieel, hier zet ik een streep.”