Maandag ontvouwde de stichting haar plan de botter terug te laten keren naar de uit 1787 stammende werf van Balk. Het oude werfgebouw is allang uit de haven van Elburg verdwenen, maar naast de huidige scheepshelling van de werf van Balk zijn in het water nog resten van de eerste helling in het water te vinden.H. Witter, sinds 1960 werkzaam op de werf, weet nog hoe de botters van de helling werden geduwd. „Opa Balk stond op de kade met het touw in de handen. Als zo’n schip het water in suisde, kreeg het zo’n vaart dat het pas aan het einde van de kade tot stilstand kwam”, vertelt hij.

De stichting had al een toezegging van de gemeente Elburg dat zij het dijkje tegenover de werf kan gebruiken voor haar plannen. De provincie Gelderland zegde 479.000 euro toe.

Toen Scheepswerf Balk aangaf definitief naar Urk te verhuizen, deed zich de unieke kans voor de botter terug te laten keren naar de werf waar de Elburger scheepjes oorspronkelijk gebouwd en onderhouden werden. De totale kosten worden begroot op een miljoen euro.

Het dak van het huidige werfgebouw wordt vervangen, de muren worden betimmerd en binnen komt genoeg ruimte om drie botters tegelijk onder handen te nemen. In de nok van het pand komen loopbruggen, zodat het publiek de historische vissersschepen van bovenaf kan bekijken, en een expositieruimte.

„Dit is het startsein tot bemachtiging van deze oude werf”, zegt H. Hulst, voorzitter van de botterstichting. „We hebben al vijftien botters terug in de vaart gebracht.” De stichting heeft altijd op de achtergrond geijverd voor een werf.