Besluit arts verkort leven met vier dagen
VOORBURG (ANP) - In vier op de tien sterfgevallen in 2005 heeft een arts een medische beslissing rond het levenseinde van een patiënt genomen. Daardoor werd het leven volgens de arts met gemiddeld vier dagen bekort.
Dat blijkt uit maandag verschenen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij 43 procent van de 136.000 mensen die overleden nam een arts een beslissing. Vaak ging het daarbij om pijn- en symptoombestrijding (bijna 60 procent). In bijna 40 procent van de gevallen besloot de arts een patiënt niet te behandelen of een al in gang gezette behandeling te staken.Uit de cijfers van het CBS blijkt dat artsen in 5 procent van de gevallen waarin een beslissing werd genomen, middelen voorschrijven of toedienen met het uitdrukkelijke doel het leven te bekorten. Hieronder vallen euthanasie en hulp bij zelfdoding. Bij 2297 mensen was sprake van euthanasie. Dit is 1,7 procent van het totale aantal overledenen.
Het CBS heeft het sterfgevallenonderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS en in samenwerking met Erasmus MC en VU medisch centrum. Het onderzoek is gebaseerd op de verklaringen van de doodsoorzaak van mensen die in augustus tot en met november 2005 zijn overleden.
In de meeste gevallen (52 procent) had de beslissing van de arts geen gevolgen voor het tijdstip van overlijden. Bij een op de vijf sterfgevallen kwam het overlijden minder dan een etmaal eerder. In 3 procent van de gevallen eindigde het leven meer dan een maand eerder. Gemiddeld stierf een patiënt vier dagen eerder.
De levensbekorting was het grootst wanneer de arts een middel voorschreef of toediende met het uitdrukkelijke doel het overlijden te bespoedigen: gemiddeld elf dagen. Als de arts besloot een behandeling niet te beginnen of te staken, versnelde dat in 2005 het overlijden met ongeveer een week. Bij pijn- en symptoombestrijding, de meest genomen beslissing, trad de dood een dag eerder in.