Dat schrijft Trouw woensdagmorgen. Bilaa-Riba Islamic Finance noemt de berichtgeving overdreven.De islamitische kredietverstrekker wil als eerste in Nederland een hypotheek introduceren die voldoet aan de strenge islamitische wetten. Deze zogeheten halalhypotheek is een rentevrije financiering. Bilaa-Riba (letterlijk: zonder rente) wil de rente omzeilen door het systeem van verkopen met winst. Bij deze vorm koopt Bilaa-Riba een huis en verkoopt het vervolgens in maandelijkse termijnen. Daarbij hanteert de financiële instelling een winstopslag, die niet veel hoger uitkomt dan de rentekosten, aldus general manager Mohammed Dini van Bilaa-Riba, in een eerder gesprek met deze krant.

Dini ziet grote mogelijkheden voor zijn hypotheekvariant: „In Nederland zijn ruim 1 miljoen moslims. Dat zijn geen gastarbeiders, maar mensen van de tweede of derde generatie. Zij willen een moskee en halalvlees en ze regelen liever ook hun financiën op hun eigen manier.”

De fiscus steekt daar nu een stokje voor. Over de exacte redenen laat de Belastingdienst niet het achterste van zijn tong zien, aldus Trouw. De renteaftrek is volgens deze ochtendkrant een belangrijk twistpunt. Hypotheekrente is aftrekbaar, maar de winstopslag van de halalhypotheek niet.

In december vorig jaar gaf perswoordvoerder Ingrid Meier van de Belastingdienst tegenover deze krant al aan dat de voorgestelde halalhypotheek nog niet aan de gestelde eisen voldeed. Evenals een eerdere variant. Kort daarop volgde, naar nu blijkt, een negatief oordeel van de fiscus. Volgens Meier kan Bilaa-Riba ook een halalhypotheek aanbieden zonder beoordeling door de Belastingdienst. Dini voelt daar niets voor. Hij acht deze hypotheekvorm zonder fiscale tegemoetkoming niet levensvatbaar.

Hakima Dini, woordvoerster van Bilaa-Riba, noemt desgevraagd de berichtgeving in Trouw overdreven. „We zijn al geruime tijd in gesprek met de Belastingdienst. In januari hebben we definitief te horen gekregen dat er een aantal aanpassingen aan de halalhypotheek nodig is. We zijn daar momenteel druk mee bezig en hopen op korte termijn een nieuw voorstel bij de fiscus in te dienen.” Welke aanpassingen gewenst worden, wil de woordvoerster niet kwijt. Ze geeft aan „hoopvol” gestemd te zijn over de goede afloop.