De inmiddels ontslagen 36-jarige B.L. bekende dat hij in 1996 en 1997 als beoordelaar op de afdeling buitenland van de SVB geld overmaakte op bankrekeningen van een vriend en zijn vriendin. Van het gestolen geld bekostigde L. zijn gokverslaving. Ook maakte hij soms geld over aan ’zielige’ uitkeringsgerechtigden.

De officier van justitie had in deze zaak 240 uur diensteverlening en zes maanden voorwaardelijke celstraf geëist. De rechtbank heeft in zijn vonnis rekening gehouden met de lange periode tussen de arrestatie en de berechting.