Wellicht vervolg op Prüm en Schengen
BRUSSEL - Een aantal EU-landen treft onderling een regeling op een specifiek beleidsonderdeel en later sluiten andere lidstaten zich daarbij aan. Zal een dergelijke praktijk in de toekomst vaker aan de orde zijn? Dat is heel wel denkbaar, zeker als overeenstemming over een nieuw EU-verdrag uitblijft.
Deze week bereikten de ministers van Binnenlandse Zaken van de 27 Europese partners een akkoord over het uitwisselen van informatie tussen nationale politie- en opsporingsdiensten. Die instanties krijgen na de inwerkingtreding van de vastgelegde bepalingen toegang tot elkaars computer om DNA-profielen en vingerafdrukken van verdachten en veroordeelden te vergelijken.Uiteraard mogen zij niet willekeurig gaan snuffelen. Daarmee zouden zij een ongeoorloofde inbreuk plegen op de privacy van burgers. Er dient een concrete aanleiding te zijn. Bovendien is er aanvankelijk sprake van anonimiteit. Pas als een ambtenaar die probeert de dader van een misdrijf te achterhalen, constateert dat de karakteristieken van iemand die hij op het oog heeft inderdaad ook elders in de EU bekend zijn bij justitiële autoriteiten, kunnen onder strikte voorwaarden naam en verdere gegevens van de betrokken persoon worden verstrekt. Deze grensoverschrijdende werkwijze levert naar verwachting een bijdrage aan de bestrijding van misdaad en criminaliteit.
Zeven landen, te weten België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Spanje, waren in 2005 al overeengekomen om de beschreven aanpak voortaan toe te passen. Zij sloten daarover een deal in de Duitse stad Prüm. Het initiatief ging uit van de vorige minister van Binnenlandse Zaken van onze oosterburen, Otto Schily.
Diens opvolger Wolfgang Schäuble, die dit halfjaar de raadsvergaderingen met zijn collega’s uit de Unie leidt, is het gelukt om de samenwerking op dit gebied te verbreden tot de gehele EU. In januari kreeg hij bij een eerste overlegronde nog geen unanieme steun, maar tijdens het beraad van dinsdag in Luxemburg wist hij alle regeringen voor de plannen te winnen. Het betekent een succes voor het eind deze maand verstreken Duitse voorzitterschap.
Misschien trokken de reeds geboekte resultaten de twijfelaars over de streep. Duitsland en Oostenrijk handelen al een tijdje conform de afspraken van Prüm. Dat gebeurt tot volle wederzijdse tevredenheid. De nieuwe mogelijkheden van het langs elektronische weg verwerven van informatie blijken vruchten af te werpen bij de onderzoeksinspanningen van politie en justitie, meldden zij op basis van de ervaringen in de voorbije maanden. Het koppelen van de databanken verdient dus navolging, propageerden de genoemde lidstaten.
In de discussie over dit politieke dossier wees Schäuble er eerder al eens op dat ’Prüm’ wellicht het voorbeeld is van een methode om voortgang te forceren in het geval de Europese integratie in de toekomst stokt doordat het moeilijk lukt om in de uitgebreide Unie zaken te doen over onderwerpen die eenparigheid vereisen. Een voorhoede van geïnteresseerde landen versterkt op een bepaald terrein de onderlinge relatie, andere haken later, als zij dat wensen, bij de kopgroep aan.
Eind volgende week vergaderen de regeringsaanvoerders over stappen op weg naar een nieuw EU-verdrag. Dat moet een hervorming van de spelregels bevatten die ervoor zorgt dat het verenigd Europa in de huidige omvang bestuurbaar en slagvaardig blijft. De ontwerpgrondwet verdwijnt door het nee in Frankrijk en Nederland in de prullenbak en nu ligt de vraag op tafel op welk alternatief wordt aangekoerst.
Mislukt de top, dan is er grote kans dat het concept van twee snelheden vaker in beeld verschijnt. De Italiaanse premier Prodi, aanhanger van het zo veel mogelijk intact laten van de tekst van de gestrande constitutie, heeft daar recent bij een bezoek aan het Europees Parlement in Straatsburg openlijk op gezinspeeld. Geen compromis tot elke prijs, desnoods doorgaan met landen die echt vooruit willen en tegelijk de deur openhouden voor de achterblijvers, luidde zijn boodschap. Andere politici vinden het veel te vroeg om over die benadering te praten. „Ik hoop dat we er nooit voor komen te staan”, reageerde voorzitter Pöttering van het EP.
Het pakket van Prüm was trouwens niet het eerste in dit verband. Schengen had de primeur. In dat plaatsje in Luxemburg legde alweer lang geleden, in 1985, een kleine club van landen vast de onderlinge grenscontroles in het personenverkeer volledig te zullen afschaffen. Later voegden zich meer partners bij die regeling. De euro valt aan te merken als een soortgelijke constructie, want ook daaraan nemen niet alle EU-lidstaten deel. Kortom, de bewijzen zijn er dat overschakelen op verschillende snelheden een reële optie is voor het geval dat het Europese project stagneert.