Gistermiddag. Om tien voor twaalf ontstaat paniek op de rooms-katholieke basisschool De Toermalijn in Heesch, onder de rook van Oss. Een voor een, soms twee tegelijk, raken kinderen onwel tijdens een afscheidsmusical van groep 8. Sommigen vallen flauw.Ambulances rukken uit. De politie ontruimt de school. Een traumaheli landt even later in een maisveld, op een paar honderd meter afstand van het schoolgebouw. Politie, ambulance en brandweer schalen de hulpverlening groot op. De straat wordt afgezet.

In totaal raken tientallen kinderen van de kaart. Ambulances moeten twaalf scholieren afvoeren naar het ziekenhuis, acht naar Oss, vier naar Veghel. Acht moeten een nachtje in het ziekenhuis blijven. Andere leerlingen worden opgevangen op dekens en brancards tegen het hek van het schoolplein. Sommigen kijken benauwd, anderen hebben het benauwd.

De brandweer verricht op verschillende plaatsen in de school metingen. Lange tijd blijft onduidelijk wat de exacte oorzaak van het vreemde voorval is. „Zuurstofgebrek”, fluisteren geschrokken ouders. „Hitte”, weten anderen. „Of stank.”

De gebeurtenissen hakken er behoorlijk in bij de kinderen. Ontdaan blikken ze rond. Verschillenden kloppen meermalen bij de GGD-hulpverleners aan met klachten over tintelingen, braken, misselijkheid en buikpijn. Ouders ondersteunen hun wankelende kroost. Politiewoordvoerder Kim van der Wielen kan halverwege de middag nog altijd geen uitsluitsel geven over de oorzaak van het voorval.

De buren aan de overkant vangen Martijn van den Berg uit 8c op. „Ik heb buikpijn. En hoofdpijn”, vertelt hij met een bleek gezicht. Zijn hand trilt. Hij neemt snel een slok water. „Ik stond op het podium. Ik zag zomaar twee kinderen flauwvallen.”

Burgemeester Heijmans onderbreekt een cursus elders in het land en spoedt zich naar het Brabantse dorp. Locoburgemeester Wijdeven van de gemeente Bernheze is ter plekke. Hij geeft toe het schoolplein bij aankomst „met knikkende knieën” te hebben betreden. „Wij kregen de melding dat er veel kinderen onwel waren geworden. Ik schrok me naar. Je weet niet wat je zult aantreffen.”

De 800 leerlingen van de basisschool worden opgevangen in de nabijgelegen sporthal ’t Vijfeiken. De brandweercommandant doet uit de doeken wat er aan de hand is. De loco vertelt daarna omstandig dat „de eerste zorg uitgaat naar de getroffen leerlingen.”

Het is warm. De kinderen zijn moe van het gedoe. Gelaten luisteren ze naar de betogen. De wethouder moet melden dat de oorzaak van het voorval nog steeds niet bekend is. „Daarom hebben we besloten dat de school morgen dicht blijft.”

Een luid gejoel stijgt op. De kinderen springen een gat in de lucht. Anderen beginnen spontaan te jumpen. Wijdeven probeert zijn relaas af te maken. Tevergeefs. De kinderen weten genoeg. Morgen vrij!

„Ach, dat is dan maar het goede nieuws van vandaag”, relativeert de wethouder. Of de ouders ook zo blij zijn? „Dat hebben we maar niet gevraagd.”

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meldt later op de avond dat spuitbussen haarlak en onvoldoende ventilatie oorzaak zijn van het onwel worden van de kinderen. Een giftig goedje in de spuitbus, een stof die cfk’s vervangt, blijkt de boosdoener.