Amerikaanse militairen stelden in de editie van The New York Times van maandag dat die strategie succesvol is gebleken in de provincie Anbar, ten westen van Bagdad. Verscheidene soennitische groepen in Anbar die in het verleden met al-Qaida samenwerkten, hebben de banden met de Iraakse tak van het terreurnetwerk van Osama bin Laden verbroken. De soennieten stellen dat de rebellen van al-Qaida ook soennitische strijders en geestelijken martelen, doden of ontvoeren. Het Amerikaanse leger voorziet de soennitische groepen die nu tegen al-Qaida vechten onder meer van wapens, munitie en brandstof.Het „succesvolle” beleid van samenwerking komt nu ook in aangrenzende provincies van de grond.

De Amerikaanse strijdkrachten meldden zondagavond laat dat ongeveer 130 stamleiders uit de Noord-Iraakse provincie Salaheddin met de lokale autoriteiten gaan optrekken in de strijd tegen al-Qaida en andere ’terroristen’ in de regio. „Tribale sjeiks in de provincie hebben besloten actiever steun te geven aan de provinciale regering in haar strijd tegen al-Qaida”, aldus de verklaring van het Amerikaanse leger. Salaheddin is de thuisprovincie van oud-president Saddam Hussein.

Niet alle Amerikaanse officieren in Irak staan echter voor de volle honderd procent achter het nieuwe beleid. Critici sluiten niet uit dat militante soennitische groepen de wapens tegen de Amerikanen of tegen de sjiieten in het Arabische land gaan gebruiken.

De Californische krant The Los Angeles Times schreef maandag dat Sudan in het geheim informatie aan de VS doorspeelt over opstandelingengroepen in Irak. Dat gebeurt ondanks de stevige Amerikaanse kritiek in het openbaar op het Sudanese optreden in Darfur. De krant meldde op gezag van anonieme inlichtingenbronnen dat Sudan voor Washington van steeds groter belang is geworden sinds de aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001. Het Afrikaanse land, waar veel moslims wonen, is een trefpunt van islamitische militanten die naar Irak en Pakistan reizen voor de heilige strijd.

Onder deze jihadisten zouden zich informanten van de Sudanese geheime dienst bevinden. „De Sudanezen kunnen op plekken komen waar wij niet kunnen komen. Zij zijn Arabieren die gewoon kunnen rondtrekken”, aldus een voormalige hoge functionaris van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA.

Het verstrekken van informatie aan de Amerikanen heeft ook voordelen voor Sudan. Door de nauwe contacten met de CIA heeft Khartum via de achterdeur ook een belangrijke communicatielijn met de regering in Washington.

President Bush kondigde onlangs nog nieuwe sancties tegen Sudan af uit ongenoegen over het aanhoudende geweld in de regio Darfur. Toch spreken critici van een misleidende voorstelling, waarbij Bush in het openbaar stoere taal bezigt, maar de sancties in werkelijkheid weinig voorstellen om Khartum niet te veel voor het hoofd te stoten.

Het aantal Amerikaanse militairen dat sinds 2003 in Irak is omgekomen, is inmiddels opgelopen tot boven de 3500. Het leger liet maandag weten dat zondag drie militairen omkwamen door een zelfmoordaanslag bij Bagdad. Daarmee staat de teller volgens de officiële cijfers van het Amerikaanse ministerie van Defensie op 3501.

De Britse minister van Financiën Gordon Brown, die later deze maand Tony Blair opvolgt als premier, heeft maandag een onaangekondigd bezoek gebracht aan Irak. Brown heeft gezegd de Britse deelname aan het conflict in Irak te zullen bestuderen en de Britse ambassade omschreef zijn eendaagse bezoek als een onderzoeksmissie.

Het Britse Lagerhuis wees maandag een motie van de Britse Conservatieve Partij af waarin zij oproept tot een parlementair onderzoek naar de manier waarop het besluit om een oorlog in Irak te beginnen in 2003 tot stand is gekomen. Van de parlementsleden stemden er 288 tegen het voorstel; 253 stemden voor. Premier Tony Blair is tegen een onderzoek zolang er Britse militairen actief zijn in Irak.

• Tekst past