Was de winst in ’rampjaar’ 2000 nog nihil, vorig jaar hielden de supermarktondernemers ruim 1,2 procent van de netto-omzet als winst over. Vergeleken met het eveneens goede jaar 1999 verdienden de supermarkten in 2001 bijna anderhalf keer zoveel. Dit blijkt uit de woensdagmiddag gepresenteerde bedrijfsvergelijking ”Levensmiddelen Detailhandel”, een jaarlijks onderzoek van Deloitte & Touche onder 107 supermarkten naar de ontwikkelingen in de branche.

De stijging van de winst deed zich voor in nagenoeg alle omzetklassen. Bovendien zijn de vooruitzichten voor dit jaar gunstig. Naar verwachting zal de nettowinst toenemen tot circa 1,6 procent van de netto-omzet.

Vooral de grotere buurtsupers, met een weekomzet boven 25.000 euro, lieten bijna een winstverdubbeling zien. Toch is het opmerkelijk dat de traditionele buurtsuper, die sinds de afgelopen vijf jaar langzaamaan uit het straatbeeld dreigt te verdwijnen, vorig jaar weer opveerde. Momenteel weten de kleinere buurtsupers zich te handhaven.

Wel worden supermarkten groter. Is het gemiddelde vloeroppervlak op het ogenblik 600 vierkante meter, nieuwe supermarkten meten zonder uitzondering meer dan 1000 vierkante meter. Dit is mede te danken aan de uitbreiding van de assortimenten, vooral in non-foodproducten, kant-en-klaarmaaltijden en maaltijdcomponenten.

Het gemiddelde aantal openingsuren daalde vorig jaar licht tot 64 uur per week. Vooral de buurtsupers en de kleinere supermarkten namen deze daling voor hun rekening. De grotere supermarkten zijn nu nog circa 72 uur open.

Ten opzichte van het jaar 2000 steeg de gemiddelde weekomzet van de supermarkten met 7,3 procent. De kosten stegen met 4,9 procent. De personeelskosten, die 6,8 procent stegen, bedragen nu ongeveer 9 procent van de netto-omzet.

Overigens mogen niet alle winkeliers hopen op goudgerande tijden. Volgens de bedrijfsvergelijking van Deloitte & Touche zal het marktaandeel van speciaalzaken waarschijnlijk verder dalen.