Geen uitstapjes meer voor VN’ers in Libanon
BEIROET - Het Libanese leger heeft woensdag een bom van 2 kilo onschadelijk gemaakt vlak bij een strand dat populair is bij VN-soldaten in Zuid-Libanon. Belgische blauwhelmen hebben een uitgaansverbod gekregen.
De bom, voorzien van een tijdklok, was verstopt in een blik babymelkpoeder en achtergelaten op de parkeerplaats bij een strand in Tyrus, de grootste stad in Zuid-Libanon. De locatie doet vermoeden dat de daders VN-soldaten met verlof hebben willen treffen. Het strand in kwestie ligt vlak bij het Rest House, een hotel-restaurant dat bijzonder populair is bij het personeel van de VN-vredesmacht in Libanon, Unifil.De vondst doet vrezen dat iemand de blauwhelmen, onder wie zo’n 400 Belgen, wil betrekken bij de huidige crisis in Libanon. Unifil werd vorig jaar versterkt met Franse, Belgische, Spaanse en Italiaanse troepen, om een herhaling van de oorlog vorig jaar zomer te voorkomen. Israël probeerde toen tevergeefs de sjiitische fundamentalistische guerillabeweging Hezbollah in Zuid-Libanon uit te schakelen.
Hezbollah is niet betrokken bij de gevechten rond het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr al-Bared, waar de fundamentalistische groepering Fatah al-Islam omsingeld is door het Libanese leger. Het noorden van Libanon is overwegend soennitisch, en ook Fatah al-Islam bestaat uitsluitend uit soennieten. Maar de Europese VN-troepen zijn een ideaal doelwit voor een beweging als Fatah al-Islam, die zegt Libanon te willen zuiveren van westerse invloeden.
Bij het Belgische bataljon in Tebnin is men zich bewust van het gevaar. Sinds het begin van de gevechten rond Nahr al-Bared op 20 mei is de alarmfase aangescherpt, van groen naar geel. Dat wil zeggen dat enkel nog hoogst noodzakelijke missies worden uitgevoerd, zegt adjudant-chef Peter Spitaels. „Eerder organiseerden we regelmatig begeleide uitstapjes naar de historische plaatsen in Tyrus. De manschappen kregen dan ook de gelegenheid om wat in Tyrus rond te wandelen. Dat mag dus niet meer.”
Timur Goksel, die 23 jaar lang woordvoerder van Unifil was en momenteel gastdocent is aan de Amerikaanse Universiteit in Beiroet, ziet een verband met recente berichten in de Libanese media over de betrokkenheid van Unifil bij de gevechten in Nahr al-Bared. „Sommige mensen wilden interessant doen en verspreidden het gerucht dat Unifil het Libanese leger steunt door Fatah al-Islam te bestoken vanaf oorlogsschepen voor de kust. Dat is dus klinkklare onzin.”
Duitse oorlogsschepen patrouilleren voor de Libanese kust in het kader van de VN-vredesmacht; zij moeten voorkomen dat Hezbollah vanaf zee van met wapens wordt voorzien. Een VN-woordvoerder heeft het bericht over beschietingen door oorlogsschepen formeel tegengesproken. Maar zondag nog herhaalde de woordvoerder van Fatah al-Islam, Abu Salim Taha, de aantijging tegen diverse media, waaronder Al-Jazeera. Als Unifil niet ophoudt met de beschietingen, zei Taha, zal Fatah al-Islam zich genoodzaakt zien de VN-troepen als doelwit te beschouwen.
Eerder deze week braken ook al gevechten uit rond het Palestijnse vluchtelingenkamp Ain al-Hilweh in de Zuid-Libanese stad Sidon. Daar raakte het Libanese leger slaags met Jund al-Sham, een andere radicale groepering die de al Qaida-ideologie aanhangt. Sidon wordt beschouwd als ”de poort tot Zuid-Libanon”, waar de VN-vredesmacht is gevestigd.
Volgens de Britse krant The Independent is er vorige week een geheime ontmoeting geweest tussen Hezbollah en militaire adviseurs verbonden aan de Spaanse en de Italiaanse ambassades in Beiroet. Madrid en Rome zouden daar aan Hezbollah bescherming hebben gevraagd tegen eventuele aanslagen door Fatah al-Islam of andere al Qaida-achtige groeperingen.