Hof in Israël: Uitwijzing families mag
Het Israëlische hooggerechtshof heeft dinsdag bepaald dat Israël familieleden van terreurverdachten mag uitwijzen als ze een bedreiging vormen voor de staatsveiligheid.
De negen rechters van de hoogste rechterlijke instantie in Israël waren unaniem in hun oordeel dat de uitwijzing van twee Palestijnen door het leger vanuit de Westoever naar de Gazastrook terecht was. De twee zouden van tevoren weet hebben gehad van een bomaanslag op 17 juni in Tel Aviv, waarbij twee Israëliërs en drie buitenlanders om het leven kwamen. Een van de uitgewezen Palestijnen zou ook een actieve rol hebben gespeeld bij de voorbereiding van de aanslag. In een tweede zaak, waarbij de directe betrokkenheid van een Palestijn bij terreuraanslagen door zijn broer niet was aangetoond, werd de uitwijzing teruggedraaid door het hof.
In de zaak is de Israëlische regering pal tegenover mensenrechtenactivisten komen te staan. Volgens het leger is de uitwijzing van familieleden van terreurverdachten een belangrijk afschrikmiddel tegen terreuraanslagen, een opvatting die door de Israëlische regering wordt gedeeld. Critici stellen dat het uitzettingsbeleid indruist tegen internationale mensenrechtenverdragen.
Palestijnse functionarissen reageerden sterk afwijzend op de rechterlijke uitspraak. Volgens minister Saeb Erekat overweegt de Palestijnse Autoriteit een aanklacht in te dienen tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag of bij de VN-Veiligheidsraad.
Militante Palestijnse groeperingen verwierpen dinsdag opnieuw een oproep van de Palestijnse minister van Binnenlandse Zaken, Abdel Razek Yehiyeh, om af te zien van verdere aanslagen in Israël.
Een woordvoerder van de al-Aqsa Martelaren Brigades, een organisatie die gelieerd is aan de Fatah-beweging van de Palestijnse leider Yasser Arafat, zei dinsdag dat het gewapende verzet tegen Israël door zal gaan zolang Israël de Palestijnse gebieden bezet houdt en geweld pleegt tegen Palestijnse burgers. De afgelopen week zijn veertien Palestijnen, onder wie acht ongewapende burgers, gedood door het Israëlische leger.
Volgens de al-Aqsa Martelaren Brigades heeft de Palestijnse Autoriteit van Arafat lang genoeg de tijd gehad om te proberen langs diplomatieke weg vooruitgang te boeken in het conflict met Israël. Ook de Islamitische Jihad heeft dinsdag de oproep van Yehiyeh verworpen.
De grootste Palestijnse terreurorganisatie, Hamas, heeft vorige week na een onderhoud met Yehiyeh al verklaard niets te zien in een straakt-het-vuren.
De VN-afgevaardigde voor het Midden-Oosten, Terje Roed-Larsen, heeft dinsdag het harde optreden van het Israëlische leger en het gebruik van zware wapens in de Palestijnse gebieden veroordeeld. Volgens Roed-Larsen moeten Israëlische militairen die buitensporig geweld gebruiken tegen Palestijnse burgers of daar de opdracht toe geven voor militaire tribunalen ter verantwoording worden geroepen.
De Israëlische premier, Ariel Sharon, besloot dinsdag dat het Palestijnse parlement bijeen mag komen in Ramallah op de Westoever, maar dat parlementariërs die betrokken zijn bij de organisatie van geweld tegen Israël geen toestemming krijgen naar Ramallah te reizen. Het 87 leden tellende Palestijnse parlement is de afgelopen maanden niet in staat geweest een bijeenkomst te beleggen door de strenge reis- en uitgaansverboden die het Israëlische leger in de Palestijnse gebieden heeft ingesteld. Het parlement zal zich naar verwachting uitspreken over de wijzigingen die Arafat in juni heeft doorgevoerd in zijn kabinet en de verkiezingen in de Palestijnse gebieden, die waarschijnlijk in januari gehouden zullen worden.
Het Israëlische Centraal Bureau voor de Statistiek liet dinsdag weten dat de bevolking van Israël momenteel wordt geschat op 6.592.000 mensen, een groei van 133.000 personen in vergelijking met vorig jaar, wat neerkomt op 2,1 procent van de bevolking.
Eind 2001 bestond de Israëlische bevolking onderverdeeld naar geloof volgens het CBS voor 77,2 procent uit Joden, voor 15,4 procent uit moslims, voor 2,1 procent uit christenen, voor 1,6 procent uit druzen. Drieënhalf procent van de bevolking kan niet onder een geloof ingedeeld worden.
In vergelijking met de vorige volkstelling in 2000 is het Joodse deel van de Israëlische bevolking iets kleiner geworden (toen 77,8 procent) en het aantal moslims (in 2000 15,2 procent van de bevolking) iets groter. Arabieren maken 19 procent van de Israëlische bevolking uit, ongeveer net zoveel als bij de stichting van de staat Israël in 1948, aldus het CBS in zijn jaarrapport.