Het grote zwijgen rond Tiananmen
PEKING - De herdenking van ’Tiananmen’ maandag in Peking is rustig verlopen. Het bloedige neerslaan van de studentendemonstraties op 4 juni 1989 is nog altijd een taboe in de Volksrepubliek.
Het leek maandag een dag als alle andere. De zon brandde boven het boomloze plein. Verkopers leurden met waterijsjes en toeristen maakten foto’s met op de achtergrond het portret van Mao Zedong en de Verboden Stad.Maar je hoefde niet lang te kijken om te zien dat het geen gewone maandag was op Tiananmen, het Plein van de Hemelse Vrede in Peking. Waar normaliter studenten Engels proberen een praatje aan te knopen met buitenlandse toeristen, en hen als het even meezit meetronen naar de ’kunsttentoonstelling’ van hun leraar, heerste er maandag stilte. Zelfs de ijsverkopers durfden niet te schreeuwen, geïntimideerd door langzaam rondrijdende politiebusjes en politie in uniform.
Zo gleed de achttiende verjaardag van het gewelddadige neerslaan van de studentendemonstraties van 1989 in stilte voorbij. Als toerist uitgedoste politieagenten in burger, compleet met camera, hielden de enkele eenzame intellectueel van rond de veertig goed in de gaten. Zij keken op hun beurt naar de wachten, die met gespannen gezichten over het plein paradeerden. De jongens in hun legergroene uniformen waren amper geboren toen tanks van het Volksbevrijdingsleger in de vroege ochtend van 4 juni het plein oprolden.
De beelden van de tanks tegenover de ongewapende demonstranten gingen de hele wereld over. Maar in China is ’4 juni’, ook in de aanloop naar de Olympische Spelen, nog altijd taboe. Veel van de jonge Chinese toeristen hebben nog nooit van de studentendemonstraties gehoord. De Chinese autoriteiten hebben de democratiseringsbeweging van 1989 gekwalificeerd als een contrarevolutionair oproer en blijven zwijgen over de precieze gang van zaken.
„Ik wil aan allen die zeggen dat Tiananmen uit een ander tijdperk is, vertellen dat er achter de hekken met prikkeldraad van de Chinese gevangenissen nog steeds gevangenen van Tiananmen lijden”, zegt een voormalige politiek gevangene in een nieuwsbrief van een Chinese mensenrechtenorganisatie. Volgens de Chinese Human Rights Defenders zitten nog ten minste dertien voormalige demonstranten vast, van wie zeven levenslang.
Videobewaking
Op de Wananbegraafplaats herdachten maandag zo’n twintig ouders hun omgebrachte kinderen. Een van de moeders, Zhang Xianling, zei dat er minder politiecontrole was dan voorheen. „Meestal waren er zo’n dertig tot veertig agenten in burger die onze ceremonie in de gaten hielden, en werden de meeste ouders geschaduwd. Nu is er (alleen) videobewaking.”
De avond tevoren had een nog kleiner groepje ouders hun kinderen herdacht in Muxidi, even ten westen van Tiananmen. Onder hen was Ding Zilin, die gelooft dat daar in de nacht van 3 op 4 juni haar 17-jarige zoon door soldaten werd doodgeschoten. Zondagnacht brandde ze er kaarsen en legde ze bloemen bij zijn portret. Het was de eerste keer dat ze haar zoon zo openlijk kon gedenken. „Ik wil dit al zo lang doen voor mijn zoon, en voor de andere slachtoffers. Maar eerder kon het niet, want ik mocht mijn huis nooit uit rond de herdenkingsdag.”
Ding is een gepensioneerde professor en net als Zhang Xianling is ze lid van de Tiananmen Moeders. Deze groep wil dat de overheid het stilzwijgen doorbreekt. Ze eisen dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de gebeurtenissen rond 4 juni, dat het Volkscongres compensatie regelt voor de families van de slachtoffers en dat een gerechtelijk vooronderzoek bepaalt wie er verantwoordelijk was. Volgens de Tiananmen Moeders zijn er bij het neerslaan van de studentendemonstratie ten minste 155 mensen gedood of vermist. Maar een officieel cijfer is er nog altijd niet. Meestal wordt gesproken over honderden of zelfs duizenden slachtoffers.
„Hun geesten hebben nog geen rust kunnen vinden”, zegt Ding.
Volgens mensenrechtenactivist Hu Jia waren veel activisten zoals hij onder huisarrest geplaatst, of was hun bevolen rond 4 juni niet naar buiten te gaan. Waar het gedenken in Peking stilzwijgend moest gebeuren, trekt de nachtelijke herdenking in Hongkong elk jaar tienduizenden bezoekers. Het is de enige plaats in China waar zo’n grote openlijke herdenking gehouden kan worden, dankzij de relatieve vrijheid die Hongkong heeft dankzij het ”één land, twee systemen”-principe.
In 1989 leefden de Hongkongers sterk mee met de studentendemocratiebeweging. Toen de soldaten en tanks de demonstratie neersloegen, zagen velen met angst en beven de overdracht van de toen nog Britse kolonie aan China tegemoet. Maar bijna tien jaar na de hereniging kent Hongkong nog steeds een vrijheid waar de vasteland-Chinezen alleen maar van kunnen dromen. De jaarlijkse herdenking van Tiananmen is maar een van de vele openlijke demonstraties.
Toch stonden ook stedelingen van het vasteland stil bij de gebeurtenissen van 4 juni 1989. In een krant in Chengdu, de provinciehoofdstad van Sichuan, ontsnapte een advertentie aan de censuur en riep op tot „hulde aan de sterke moeders van de 4 junislachtoffers.”
In Xiamen, een rijke stad aan de oostkust, waar de afgelopen week duizenden demonstranten protesteerden tegen de komst van een chemische fabriek, bleef het stil op straat. „Vandaag is het 4 juni, dus niemand gaat naar buiten”, zei een van de demonstranten. Dat lijkt vooral te wijzen op angst voor een extra harde aanpak op deze politiek gevoelige dag. De staatsmedia waarschuwden vorige week al dat de demonstraties illegaal waren en als „subversief” bestempeld zouden worden. De Chinese autoriteiten zijn Tiananmen niet vergeten, net zomin als de nabestaanden.