Armoede onder Palestijnen stijgt 26 procent
GENEVE (IPS) - Het aantal arme gezinnen in de Palestijnse gebieden is tussen maart 2006 en maart 2007 met 26 procent gestegen. Dat staat in een rapport waarin de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) een bijzonder somber beeld schetst van de arbeidsomstandigheden in Gaza en de Westelijke Jordaanoever.
Zeven op de tien gezinnen in de door Israël bezette Palestijnse gebieden leven in armoede. Het bruto binnenlands product in de gebieden daalde tussen 1999 en 2006 met 40 procent. Ruim 200.000 mensen zitten zonder werk, wat neerkomt op 24 procent van de werkende bevolking. Bedrijven hebben het moeilijk met het transporteren van hun goederen en het kost de overheid moeite om de ambtenaren op tijd te betalen.De IAO noemt de situatie „hopeloos” en wijst verschillende oorzaken aan. De alomtegenwoordige Israëlische controleposten belemmeren het vrije verkeer van personen en goederen en leggen zo de economie lam. De gewapende confrontaties tussen de aanhangers van de rivaliserende Palestijnse partijen Hamas en Fatah hebben de straten nog onveiliger gemaakt.
De situatie verslechterde aanzienlijk toen westerse geldschieters na de overwinning van Hamas bij de parlementsverkiezingen in 2006, de geldkraan dichtdraaiden. De toestand werd nog erger toen Israël besloot geen belastinginkomsten over te maken aan de Palestijnen, wat maandelijks neerkomt op 60 miljoen dollar (44 miljoen euro). De Palestijnse overheid heeft daarmee in totaal ongeveer de helft van haar inkomen verloren.
De chronisch hoge jeugdwerkloosheid en de recordarmoede vormen een ernstige bedreiging voor de sociale cohesie in de bezette gebieden, zegt de IAO. Bijna de helft (46 procent) van de 2,4 miljoen inwoners is jonger dan veertien jaar.