Opnieuw onrustig in Nahr al-Bared
NAHR AL-BARED - Libanese troepen en Palestijnse moslimmilitanten zijn gisteren sporadisch slaags geraakt in het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr al-Bared, nabij de noordelijke stad Tripoli. Van beide kanten werden mortieren afgeschoten. Een Libanese militair kwam bij de gevechten om het leven.
De gevechten hebben sinds 20 mei aan regeringszijde 31 levens geëist. Daarnaast er zijn twintig burgers en circa zestig opstandelingen gedood.Sinds vorige week is een fragiel bestand van kracht tussen het leger en de radicale jihadgroepering Fatah al-Islam. Een eind aan de tiendaagse strijd lijkt echter nog niet in zicht.
De Libanese regering eist de overgave van de Palestijnse strijders en wil hen voor het gerecht brengen. Maar de leiders van Fatah al-Islam weigeren hun strijders over te dragen aan de Libanese autoriteiten, aldus Palestijnse leiders die in de kwestie bemiddelen. Een van de Palestijnse onderhandelaars zei dat er nog geen zicht is op een oplossing.
De Libanese regering zegt de kwestie liever niet militair op te lossen. „We kunnen niet voor de consequenties instaan als er Palestijns bloed vloeit”, aldus de Libanese minister-president Fuad Siniora. De regering vreest dat het geweld overslaat naar de andere vluchtelingenkampen in het land, enclaves waar in totaal zo’n 400.000 Palestijnen wonen die de afgelopen decennia uit Israël zijn gevlucht.
In een akkoord uit 1969 is vastgelegd dat het Libanese leger de Palestijnse kampen niet mag binnengaan. De Palestijnse bevrijdingsbeweging PLO verklaarde eerder dat het leger de kampen mag betreden „mits de Libanese regering ook de sociale en de humanitaire problemen oplost.”