De kans dat een treinreiziger een conducteur tegen het lijf loopt is tussen 2001 en 2005 gestegen. Tijdens een rit van 30 minuten was de trefkans in 2001 36 procent, in 2005 was die kans 47 procent. In 2006 daalde dat percentage echter weer tot 42, aldus Rover. „De zichtbaarheid en aanspreekbaarheid van de conducteur blijven achter bij de verwachtingen en behoeften van de reizigers".Rover vindt dat conducteurs zich minstens eens per half uur moeten laten zien, om kaartjes van nieuwe instappers te controleren en om vragen van de reizigers te beantwoorden.

De NS deelt de mening van Rover en de reizigers dat de conducteurs zo zichtbaar en aanspreekbaar mogelijk moeten zijn. „Wij doen er alles aan om de kans dat een reiziger een conducteur tegenkomt te vergroten”, aldus een woordvoerder van de spoorwegen. „Als een reiziger geen conducteur tegenkomt is dat vaak omdat delen van de trein niet met elkaar verbonden zijn”.

In april startte de NS een wervingscampagne voor nieuwe conducteurs en machinisten. Het is voor het eerst sinds 2002 dat de spoorwegen extern personeel zoeken. De afgelopen twee jaar groeide het aantal reizigers zo hard (bij elkaar 10 procent) dat extra personeel nodig is. De woordvoerder benadrukt dat er op dit moment voldoende conducteurs zijn om de reizigers frequent te controleren.