Politieke crisis in Oekraïne naar climax
KIEV - In Oekraïne dreigt totale anarchie. Was vorige maand alleen nog maar het parlement inzet van de machtsstrijd tussen de westersgezinde president Viktor Joesjtsjenko en zijn op Rusland georiënteerde premier Viktor Janoekovitsj, inmiddels geldt dat ook voor het constitutioneel hof en het openbaar ministerie dat verantwoordelijk is voor de openbare orde. In Kiev vallen al de woorden ”anarchie en burgeroorlog”.
De huidige crisis is het gevolg van het besluit van Joesjtsjenko op 2 april, om het parlement in Kiev te ontbinden. Daartoe zag hij zich genoodzaakt, nadat een aantal afgevaardigden van het ’oranjekamp’ van de president was overgelopen naar de Partij van de Regio’s van zijn grote rivaal Janoekovitsj. De president beschuldigde de premier ervan op illegale wijze te streven naar een tweederdemeerderheid in de Verchovna Rada (het parlement), om zo veranderingen in de grondwet te kunnen doorvoeren. Hij achtte dit in strijd met diezelfde grondwet en schreef voor 27 mei nieuwe parlementsverkiezingen uit. In een tweede decreet, op 26 april, verschoof Joesjtsjenko die naar 24 juni.Een meerderheid van het door Janoekovitsj gedomineerde parlement weigerde zich bij zijn ontbinding neer te leggen en vergaderde gewoon door. Zo nam het op 30 april met 234 stemmen tegen 0 een resolutie aan die bepaalde dat er op 9 december niet alleen een nieuw parlement, maar ook een nieuwe president moest worden gekozen - een weinigzeggend besluit omdat dat volgens de grondwet pas geldig is als 300 van de 450 afgevaardigden ermee instemmen.
Om aan de impasse een einde te maken, werd het constitutioneel hof gevraagd zich in deze kwestie uit te spreken. Maar ook het hoogste rechtsorgaan, dat nog grotendeels bestaat uit Janoekovitsjgetrouwen uit de tijd van voor de Oranjerevolutie, werd onderdeel van het partijpolitieke gekrakeel. Op beschuldiging van meineed kregen drie rechters deze maand van Joesjtsjenko hun ontslag aangezegd - een maatregel die volgens zijn tegenstanders was ingegeven door partijpolitieke motieven. De afgezette rechters weigerden echter gehoor te geven aan de president en blijven gewoon deelnemen aan de beraadslagingen.
Om die reden verklaarde Joesjtsjenko woensdagavond in een televisietoespraak dat het constitutioneel hof zijn „legitimiteit” heeft verloren. Aangezien de illegale rechtbank gewoon doorgaat met zijn zittingen, moet het openbaar ministerie er zich maar mee gaan bemoeien, aldus het staatshoofd. Een van de ontslagen rechters sprak van een „militaire machtsgreep” en zei dat „speciale militaire eenheden” het werk van het hof onmogelijk maakten. Weliswaar ontkenden kringen rond de president deze aantijging, maar niet uitgesloten is dat de bewakers van de rechtbank de rechters de toegang tot de zaal inderdaad ontzegden.
Tegelijkertijd met het geharrewar rond het hoogste rechtscollege vond een escalatie plaats in een ander lopend conflict rond het openbaar ministerie. Nadat Joesjtsjenko donderdag procureur-generaal Svjatoslav Piskoen had vervangen door de hem meer welgevallige Viktor Sjemtsjoek, verschafte eerstgenoemde zich met geweld toegang tot zijn werkvertrek. Hulp kreeg hij daarbij van de minister van Binnenlandse Zaken Vasil Tsjoesko, die daarvoor een gewapende eenheid van zijn ministerie inzette.
De leden van deze eenheid bezetten daarop het gebouw van het openbaar ministerie, waarna agenten van de geheime dienst SBU -die onder controle staat van de president- probeerden de bezetting ongedaan te maken. Daarbij zouden volgens de internetkrant Ukrainska Pravda beide partijen ’s nachts slaags zijn geraakt, overigens zonder inzet van wapens.
Inmiddels heeft president Joesjtsjenko per decreet de zeggenschap over de veiligheidsdiensten van het ministerie van Binnenlandse Zaken overgenomen, Een woordvoerder van het ministerie zei vrijdag echter dat aan het presidentiële bevel geen gehoor zal worden gegeven. Het parlement riep de veiligheidsdiensten op het niet tot een burgeroorlog te laten komen.
Nu ook het constitutioneel hof en het openbaar ministerie onderdeel zijn geworden van de politieke machtsstrijd tussen president en premier, lijkt het met de rechtsstaat in Oekraïne te zijn gedaan. De vechtpartij in de nacht van donderdag op vrijdag wijst erop dat het moment lijkt te naderen waarop duidelijk moet worden welke gewapende eenheden aan wiens kant staan.