„Naïeve openheid voor occultisme bij jongeren”
EDE - „Een vloedgolf van occultisme overspoelt de westerse maatschappij. De jonge generatie heeft een naïeve openheid in de richting van het occulte”, waarschuwt drs. R. J. A. Doornenbal. Hij vindt het heel gevaarlijk als jongeren op internet of waar dan ook experimenteren met allerlei zaken op het gebied van hekserij en tovenarij.
Doornenbal, verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), uitte zijn zorg over de ontwikkelingen vrijdag tijdens een studiedag over occulte belasting in de gemeente, die gehouden werd in het gebouw van de CHE. De bijeenkomst werd door zo’n tachtig belangstellenden bezocht.De docent gaf aan dat er op het gebied van het occulte veel te vinden is op internet en dat jongeren daar veelvuldig gebruik van maken. „De meeste heksen worden geworven via websites en voor je het weet, zit je er middenin en kom je er niet meer van af zonder pastorale hulp.”
Hij gaf toe dat niet iedere tiener door het bekijken van dergelijke sites occult belast wordt. Hij sprak wel de vrees uit dat er iets van de boze onderwereld in de hersens van tieners kan achterblijven dat zich pas veel later openbaart.
Naast hekserij noemde hij tarotkaarten, glaasje draaien, astrologie, muziek (vooral hardrock) en tv-series. „”Buffy the Vampire Slayer” zit helemaal vol magie. En wat te denken van Winxclub, Stormy en Dancy?” Van computerspelletjes noemde hij de namen Diabolo 1, 2 en 3 en Doom 1, 2 en 3. Hij wees op dancefeesten als Sensation Black en Sensation White in de Amsterdam ArenA, waardoor negatieve entiteiten in de geest kunnen komen.
Doornenbal had het ook over de nieuwetijdskinderen, die overgevoelig en spiritueel zijn, contact met geesten hebben en soms geneeskrachtige gaven bezitten. Hij gelooft wel dat mensen echt genezen worden, maar dat wil niet zeggen dat de genezing van God afkomstig is.
Ouderen moeten zich in deze zaken verdiepen, vindt hij. „Zeg niet uit angst dat u er niets mee te maken wilt hebben, want er zijn te veel mensen in nood. Veel jongeren ervaren niets van God in de kerk, maar ze hebben wel een ervaring in de wereld van het occulte.”
Prof. dr. P. A. Siebesma, hoogleraar aan de Evangelische Theologisch Faculteit (ETF) in Heverlee, waarschuwde ervoor om alle problemen als demonische gebondenheid te zien. Eerst moeten alle andere mogelijkheden onderzocht worden. Als het werkelijk om gebondenheid gaat, mag iedere christen bidden voor bevrijding, aldus prof. Siebesma.
Hij kon niet verklaren waarom gebed voor de ene persoon wel helpt en voor de andere niet. Uit zijn eigen leven gaf hij het voorbeeld van een helemaal in het zwart geklede jongeman die van het satanisme dat hij aanhing afwilde. Prof. Siebesma gaf hem het advies om God te volgen en te breken met het satanisme. De jongeman zag er korte tijd later heel anders uit. Hij had een vlotte broek aan, een wit shirt en hij had een „big smile.” De jongeman vertelde hem dat hij tot God gebeden had en dat hij van het ene op het andere moment veranderd was.
Prof. Siebesma maakt zich zorgen over de popularisatie van het occulte, onder andere door de boeken van Harry Potter, waardoor duizenden kinderen heks willen worden. „Het wordt steeds moeilijker om het echte occulte te onderscheiden van het imitatieocculte.”
De hoogleraar vindt het belangrijk dat bidden voor bevrijding in teamverband gebeurt, omdat er geen terrein is waarop zo veel excessen plaatsvinden als juist daar.
Prof. dr. M. J. Paul, eveneens verbonden aan de ETF in Heverlee, stelde dat de afwijzing van exorcisme door gereformeerden in de laatste eeuwen wel eens meer te maken kan hebben met het moderne wereldbeeld en de opkomst van de moderne psychologie dan met Bijbeluitleg. Hij noemde in dit verband Balthasar Bekker. Diens boek ”De Betooverde Wereldt” heeft veel bijgedragen aan het ontkennen van het bestaan van duivel en demonen. Prof. Paul vindt het opvallend dat Bekker bekritiseerd werd door de Nadere Reformator Jacobus Koelman. „In de reformatorische traditie gelden nu dezelfde argumenten die Balthasar Bekker aanvoerde en die toen als onrechtzinnig werden gezien. Waar moeten mensen met hulpvragen op dit gebied naar toe als er bij hen in de gemeente geen aandacht voor is?” zo vroeg hij zich af. Hij bespeurde een toenemende belangstelling voor vragen op het gebied van occultisme en stelde de oprichting van een platform voor.