Buitenland

Balkenende legt in EP nadruk op gezamenlijkheid

STRAATSBURG - Gezamenlijkheid. Daar viel woensdagmiddag het accent op in de uiteenzetting van premier Balkenende in het Europees Parlement over de positie van Nederland ten aanzien van de verworpen grondwet. „Ik hoop dat we ons zullen concentreren op de overeenkomsten en niet op de verschillen”, sprak hij op opbouwende toon.

A. A. C. de Rooij
24 May 2007 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 04:47

De minister-president was in het hol van de leeuw. In het EP zijn de aanhangers van de in Frankrijk en Nederland afgewezen ontwerpconstitutie immers ruim in de meerderheid. Diverse leden onderstreepten hun idealen door hun werkplek in de vergaderzaal in Straatsburg te tooien met het bekende blauwe vlaggetje met daarop de twaalf sterren, een symbool dat als het aan het kabinet in Den Haag ligt, geen plaats krijgt in een nieuw verdrag, omdat het te veel doet denken aan de EU als een volwaardige staat.Niet doen aan blokvorming, maar samen zoeken naar een uitweg, luidde de oproep van Balkenende. „We hebben elkaar nodig. Ik ben er oprecht van overtuigd dat we gezamenlijk een oplossing kunnen vinden”, verklaarde hij. Voorts liet hij niet na uitvoerig zijn Europese gezindheid en die van ons land te benadrukken. Hij gaf aan dat ook hij het huidige Verdrag van Nice niet toereikend acht om de uitdagingen van deze eeuw aan te pakken. Wijzigingen in de spelregels zijn nodig.

De aanvoerders van de twee toonaangevende fracties reageerden redelijk positief op de toespraak. Daul van de christendemocraten: „Wij onderschrijven op hoofdlijnen uw visie.” Schulz van de socialisten bespeurde compromisbereidheid en noemde dat bemoedigend. Voorzitter Pöttering van het EP had naar zijn zeggen in ieder geval een „uitdrukking van goede wil” gehoord.

De premier somde vier aspecten op die in de ogen van het kabinet -teneinde in te spelen op het negatieve oordeel van de bevolking bij het referendum- om aanpassingen vragen in vergelijking tot de aanvankelijke voorstellen. Hij bepleitte: weg met de aanduiding grondwet en met een officiële verankering van een Europees volkslied en een Europese vlag, meer macht voor de nationale parlementen, strikte toepassing van de eisen voor toetreders tot de Unie en een duidelijke afbakening van de taken tussen Brussel en de lidstaten, met als uitgangspunt dat besluiten zo dicht mogelijk bij de burgers worden genomen, ofwel subsidiariteit. Dit laatste betekent geen bemoeienis met onder andere pensioenen, sociale zekerheid en onderwijs, preciseerde Balkenende.

Voor- en tegenstanders van het oorspronkelijke, in 2004 door de regeringsleiders ondertekende document slijpen de messen. Van de 27 lidstaten hebben er 18 het concept geratificeerd, maar het nee van de Fransen en Nederlanders belemmert de invoering ervan. Groot-Brittannië, Polen en Tsjechië zijn eigenlijk wel blij met dit laatste. En zo is de EU verdeeld in twee kampen. Het EP had deze week uit beide iemand uitgenodigd om zijn visie te presenteren op het vervolgtraject.

Van de zijde van de landen die zo veel mogelijk van de eerdere plannen intact willen laten, bleef het de afgelopen tijd opvallend stil, maar dinsdagmiddag was het de Italiaanse premier en oud-voorzitter van de Europese Commissie Prodi die in ferme taal de verdediging van die groep op zich nam.

Hij wijdde lovende woorden aan het gesneuvelde ontwerp. „Jammer genoeg zullen we die tekst moeten wijzigen, maar daarmee verliezen we wel iets heel belangrijks en dat is voor ons een enorme opoffering”, aldus Balkenendes ambtgenoot.

Hij waarschuwde: „Laten we opletten voor pleidooien voor realisme die gericht zijn op compromissen op een lager niveau. We mogen geen akkoord nastreven op slechts de kleinste gemeenschappelijke noemer.”

Dan maar liever naar een Europa van twee snelheden, meent hij. In die benadering vormen de landen met hoge ambities een voorhoede. Die hanteert bij het onderling zakendoen daarop afgestemde, nieuwe verdragsbepalingen. Niet bevredigend zo’n situatie, maar het Schengenakkoord over grenscontroles en de euro, waaraan ook niet alle landen deelnemen, bewijzen dat het een werkbare optie kan zijn.

Volgende maand zijn de regeringschefs bijeen in Brussel. Het topberaad moet helderheid verschaffen over welke kant het opgaat met de beoogde herziening van de basis voor de samenwerking en integratie. Het is de bedoeling dat vervolgens in de tweede helft van dit jaar de lidstaten daarover de inhoudelijke onderhandelingen voeren.

Welke onderwerpen komen daarbij precies aan de orde? Welke delen van de kansloze versie van een grondwet staan ter discussie en welke niet? Daar draait het om op 21 en 22 juni. De Duitse bondskanselier Merkel, bij wie dit halfjaar het roulerend voorzitterschap van de EU berust, voert de regie over het overleg en mag in die hoedanigheid proberen consensus te realiseren. Haar wacht een zware klus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer