Buitenland

Duizenden op de vlucht voor Libanees geweld

TRIPOLI (ANP) – Met duizenden trekken ze weg uit het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr al-Bared. Uit angst voor het geweld en uit vrees voor hun leven. De familie Kenaan en hun buren zijn ook in allerijl vertrokken, met zes volwassenen en zeven kinderen in een auto. Als ze even buiten het kamp de auto parkeren en uitstappen, is iedereen in tranen.

23 May 2007 14:44Gewijzigd op 14 November 2020 04:47

„Het was een bloedbad", zegt Mahmoum Kenaan, trillend over zijn hele lichaam. „Je kunt je niet voorstellen wat we hebben meegemaakt". Met zijn vrouw, moeder, zus en vier kinderen is hij op weg naar familie in Tripoli. „We kunnen daar samen met onze buren logeren totdat deze oorlog over is".De families zaten letterlijk vast tussen twee vuren: aan de ene kant Fatah al-Islam, aan de andere kant het Libanese leger. „Overal lagen lichamen op straat, niemand kon ze weghalen, op het laatst zagen we straatkatten met lichaamdelen slepen".

Na drie dagen belegering werd de situatie voor de inwoners onhoudbaar: „We zaten met vijftig mensen in twee kamers, er was geen elektriciteit, geen water en op het laatst geen brood meer".

Volgens de vluchtelingen heeft het leger wel degelijk op burgerdoelen geschoten: „Ze hebben alle elektriciteits- en watervoorzieningen kapotgeschoten, ze vuurden op de moskee en zelfs op de huizen waar zich burgers schuilhielden. De Fatah al-Islam heeft niet direct op ons geschoten, de kogels kwamen van het leger".

Toch is niemand van de families Fatah-al Islam gunstig gezind. Volgens Kenaan heeft de fundamentalistische groep de inwoners van Nahr al-Bared de afgelopen maanden juist geterroriseerd. „In het begin waren ze populair, omdat ze zeiden dat ze in naam van Allah naar het kamp waren gekomen, maar al kort daarna begonnen ze zich met ons leven te bemoeien".

De populariteit van de groep nam snel af: „Mijn zoon werd aangehouden in de straat omdat hij een veterketting om zijn nek had", vertelt Umm Mohammed. „Ze hebben die van zijn nek getrokken. Ze zeiden: dat mag niet volgens de Islam". Volgens Umm Mohammed is iedereen in het kamp doodsbang voor de Fatah al–Islam: „Een maand gelden botsten twee motoren op elkaar, een inwoner van het kamp en een aanhanger van Fatah al-Islam. De laatste trok daarop een pistool, zette het op het hoofd van de jongen en schoot hem dood".

„Niemand durft te vertellen wat er echt is gebeurd", vervolgt ze. „Uit angst voor represailles van Fatah al Islam". Ook volgens de andere vluchtelingen ligt de schuld bij Fatah al-Islam. „Als zij niet in ons kamp zouden zitten, zou dit niet gebeurd zijn", denkt Kenaan. „Ze hebben ons de afgelopen dagen gegijzeld gehouden en gebruikt als menselijk schild. Ik houd mijn hart vast voor wat er nu met Nahr al-Bared gaat gebeuren".

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer