„Rouvoet maakt je aan ’t lachen”
KRIMPEN A/D IJSSEL - „Prachtig dat ze zijn langsgekomen.” Directeur J. Visser van de reformatorische basisschool Admiraal De Ruyter in Krimpen aan den IJssel kijkt voldaan terug op het bezoek van minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en staatssecretaris Dijksma van Onderwijs.
De bewindslieden maakten een ontspannen en geïnteresseerde indruk, viel Visser op. „Ze zijn open, sympathiek en niet formeel. Een man als Rouvoet kan met één opmerking een heleboel mensen aan het lachen maken.”Het viel Visser op dat de bewindslieden „verschillende dingen niet precies weten.” „We zeiden bijvoorbeeld dat de 85 schipperskinderen op onze school in huisjes wonen. Toen werd de vraag gesteld: „Zit daar een puntdak op?” Met huisjes bedoelen we gewoon de kamers op het internaat.”
Tijdens het gesprek kwam de reformatorische signatuur van de school zijdelings ter sprake. „Als wij als school samenwerken met bijvoorbeeld een muziekschool of een sportschool, moeten we nagaan of die school past bij onze identiteit.”
Dat minister Rouvoet zelf ook orthodox-christelijk is, heeft Visser niet echt als een plus ervaren. „Natuurlijk was het prachtig dat hij kwam. Maar wij zijn juist geroepen om onze principes uit te leggen aan andersdenkenden, zoals staatssecretaris Dijksma. Dat is soms misschien lastig, maar daar moeten we niet voor weglopen.”
Ook Freddy Smit, teamleidster van de peuterspeelzalen in de regio Pekela, kijkt tevreden terug op de belangstelling van regeringszijde. Dijksma kwam een halfuur buurten in peuterspeelzaal De Boekenkist, een pand dat rijp is voor de sloop.
Smit heeft Dijksma op het hart gebonden meer werk te maken van professionalisering van de peuterspeelzalen. „Er is veel verschil tussen de peuterspeelzalen in Nederland. Onder meer op het gebied van huisvesting. Wij hebben buiten niet veel meer dan een zandbak. Aan de buitenkant ziet het gebouw er niet uit. Ook op het gebied van begeleiding van peuters is veel verschil. Sommige zalen hebben alleen vrijwilligers in dienst, dat is bij ons dan weer niet zo.”