Een lage opkomst werd alom verwacht, na een lusteloze verkiezingscampagne waarin de problemen die de Algerijnen echt bezighouden nauwelijks aan de orde kwamen. Weinig gewone Algerijnen profiteren van de olie- en gasrijkdommen van hun land. De werkloosheid bedraagt naar schatting 25 procent en er heerst een groot tekort aan huisvesting.Aan de organisatie heeft het niet gelegen: zaterdag konden de 1,7 miljoen in het buitenland wonende Algerijnen hun stem al uitbrengen, en maandag trokken mobiele stembureaus de uitgestrekte woestijnregio’s in om ook de bewoners van die gebieden bij het democratisch proces te betrekken. Rond de hoofdstad Algiers en in vier steden die gelden als trefpunt voor moslimextremisten, of waar het recentelijk tot confrontaties is gekomen waren ruim vijftienduizend man politie en ordetroepen ingezet. Scholen die waren ingericht als stembureau waren extra beveiligd.

Mogelijk weerhield angst voor aanslagen de Algerijnen ervan de gang naar de stembus te maken. In april vielen dertig doden in Algiers bij zelfmoordaanslagen op het kantoor van de premier en een politiebureau buiten de stad. De verantwoordelijkheid is opgeëist door Al-Qaida in Islamitisch Noord-Afrika, zoals de Algerijnse terreurgroep GSPC (Salafistengroep voor Prediking en Strijd) zich sinds enige tijd noemt. Het bergachtige binnenland van Algerije, waar islamitische opstandelingen zich in de regel schuilhouden, wordt momenteel uitgekamd. Woensdag nog ging een bom af in Constantine in het oosten van het land. Daarbij kwam een politieagent om het leven. De aanslag is niet opgeëist.

De lage opkomst kan waarschijnlijk vooral worden verklaard uit een gebrek aan interesse in de politiek en de saaie campagne. Aan de verkiezingen voor het lagerhuis van het parlement doen 24 partijen mee en 102 onafhankelijke kandidaten. In totaal zijn 389 zetels te verdelen. De ruim twaalfduizend kandidaten van 1.144 kieslijsten hadden er duidelijk moeite mee de aandacht van de kiezers te trekken.

Ook is de bevolking gefrustreerd over het gebrek aan politieke oppositie tegen het Nationaal Bevrijdingsfront (FLN), dat de Algerijnse politiek domineert sinds het land in 1962 onafhankelijk van Frankrijk werd. Naar verwachting zal het FLN opnieuw de meeste stemmen behalen. Momenteel bezet de partij 199 van de 389 zetels.

De ’presidentiële alliantie’ in het parlement die president Abdelaziz Bouteflika steunt bestaat verder uit de nationalistische Nationale Democratische Groepering en de Beweging voor Maatschappij en Vrede, een gematigd islamitische partij.

Verkiezingen in Algerije verlopen altijd gespannen sinds het leger in 1992 verkiezingen afgelastte die waarschijnlijk door het inmiddels verboden Islamitisch Reddingsfront (FIS) zouden zijn gewonnen. Het betekende het begin van de islamitische opstand, waarbij naar schatting tweehonderdduizend doden vielen.

De uitslag van de verkiezingen wordt vrijdag bekend.