Verburg stelde dat dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer waarin ze reageert op uitspraken van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven dat onlangs bepaalde dat veel bestrijdingsmiddelen in strijd met het Europees recht op de Nederlandse markt zouden zijn gekomen.Volgens de minister heeft het college „louter op formele gronden de besluiten vernietigd en herroepen” en niet gekeken naar de inhoudelijke toetsing op effecten en veiligheid voor mens, dier en milieu. „De conclusie is derhalve dat de uitspraken vooralsnog geen gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van toegelaten bestrijdingsmiddelen in Nederland.”

Verburg geeft tevens aan dat de uitspraken van het college betrekking hebben op een oude lijst (uit 2002) en dat 1 oktober de nieuwe wet in werking treedt waarbij enkele overgangsbepalingen worden aangepast om tegemoet te komen aan de bezwaren van het college. Ook wordt een nieuwe lijst met middelen vastgesteld, waarbij automatisch de gevolgen voor mens, dier en milieu worden beoordeeld, aldus een woordvoerder van het ministerie van Landbouw.

Natuur en Milieu is het niet eens met de uitleg van Verburg. „De minister stelt dat de honderden bestrijdingsmiddelen waar het om gaat helemaal niet illegaal zouden zijn. Maar de uitspraak en het Europees recht zijn glashelder”, vindt directeur Mirjam de Rijk. Volgens De Rijk zorgt de minister op deze manier alleen maar voor meer verwarring. „Het zou beter zijn het probleem nu eens echt en serieus aan te pakken in plaats van de juridische trukendoos open te trekken.”

Landbouworganisatie LTO is opgelucht dat de middelen gewoon beschikbaar zijn en dat boeren en tuinders ze kunnen blijven gebruiken. „Verburg stelt dat de gevolgen voor mens, dier en milieu wel degelijk zijn beoordeeld. Het is voor ons ook belangrijk te weten dat we niet werken met onbeoordeelde middelen”, aldus Sjaak Langeslag, LTO-bestuurder gewasbescherming.