Samenwerking forensisch experts bij chemische rampen
VELDHOVEN (ANP) – De politie krijgt nog dit jaar een team van ongeveer twintig forensisch experts die sporenonderzoek kunnen verrichten bij grote chemische of nucleaire ongelukken of aanslagen. Het nieuwe specialisme gaat deel uitmaken van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO), dat in oprichting is. Projectleider René Bastiaansen heeft dat woensdag gezegd op een politiecongres in Veldhoven.
Het LTFO komt voort uit de aanbevelingen van de commissie–Posthumus en moet in actie komen bij terreuraanslagen en bij calamiteiten in de orde van grootte van de Bijlmerramp en de Enschedese vuurwerkramp. Op dit moment worden voor het team in totaal ongeveer 130 forensisch specialisten uit de hele politieorganisatie geworven, die samen gaan trainen en oefenen en inzetbaar zijn zodra het nodig is.Bij de samenstelling bleek Nederland nog niet te beschikken over een team van politiemensen of forensisch deskundigen dat bij chemische, biologische, nucleaire én radiologische rampen sporenonderzoek kan doen, legde Bastiaansen uit. Verwijten wil hij dat niemand. „Dat besef ontstaat nu", verklaarde hij.
De organisatie was tot nu alleen gericht op repatriëring van slachtoffers en onderzoek naar samenstelling van de gevaarlijke stoffen. Sporenonderzoek bij chemische calamiteiten vergt speciale kwaliteiten en inspanningen, zegt de projectleider.
Bastiaansen wijst op de zware omstandigheden en risico’s. „Bij de terreuraanslagen in de Londense metro waren rechercheurs twee weken lang, zestien uur per dag in touw".
Als ander voorbeeld noemt hij de speciale beschermingspakken die het forensische werk lastig en extra inspannend maken.
De rechercheurs voor de nieuwe discipline worden naar verwachting in Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten verder opgeleid en getraind.
Het LTFO verwacht na de zomer inzetbaar te zijn.