Economie

„’t Gaat niet om kilo’s, maar om dieren”

APELDOORN - Nederlandse pluimveehouders kunnen leven met het EU-besluit van 39 kilo vleeskuikens per vierkante meter. Met argusogen kijkt men echter naar de concurrentie uit de rest van de wereld.

Redactie economie
8 May 2007 10:54Gewijzigd op 14 November 2020 04:45
WOLLESWINKEL ...goede richting... Foto RD, Anton Dommerholt
WOLLESWINKEL ...goede richting... Foto RD, Anton Dommerholt

Jan Wolleswinkel, voorzitter van de vakgroep pluimvee LTO en de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP), is blij dat er eindelijk een besluit is genomen over het aantal kilo’s vleeskuikens per vierkante meter. „Het dossier zeurt al jaren heen en weer. De sector heeft baat bij duidelijkheid.”De vleeskuikens blijven na hun geboorte in de regel zes weken in de stal en verdwijnen dan naar de slachterij. Met het door de EU vastgestelde getal van 39 kilo vleeskuikens per vierkante meter kan Wolleswinkel leven. „Het gaat de goede richting op.”

Een Nederlandse pluimveehouder houdt nu circa 42 tot 45 kilo aan vleeskuikens per vierkante meter. De paar kilo maakt voor de Nederlandse boer het verschil tussen de kosten net kunnen betalen of ook nog wat verdienen, aldus Wolleswinkel. „Op die laatste kuikens maak je net je winst.” De NOP-voorzitter rekent erop dat de Nederlandse pluimveehouder de beloning van 3 kilo voor goed gedrag haast vanzelfsprekend krijgt.

Het verhaal van de kilo’s stuit hem een beetje tegen de borst. „Alles is nu op die kilo’s gefixeerd. Je moet ook andere zaken meetellen die het welzijn van kuikens bepalen. Nederlandse boeren hebben veel geïnvesteerd in goede stallen, in vloerverwarming. Kuikens benutten de ruimte in zo’n Nederlandse stal goed.”

Er zit een zekere willekeur in het getal. „Hoeveel mensen wonen er op een vierkante kilometer? In Amsterdam 4000 en in Groningen 400. Wat is voor hen het beste welzijn? Het gaat niet om kilo’s, maar om dieren.”

Het gisteren genomen besluit blijft volgens Wolleswinkel „een intern EU-verhaal.” Pluimveehouders in China, Brazilië en Thailand storen zich er niet aan en brengen vrolijk hun waar naar Europa. „Daarbij wordt alleen gekeken naar het product en niet naar de productiewijze. Dat is voor Europese en dus Nederlandse boeren wel eens moeilijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer