Pers staat stil bij ontvoering Johnston
BRUSSEL (AP) - Op de wereldwijde Dag van de Persvrijheid is donderdag uitgebreid stilgestaan bij de moord op de Russische onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja en de ontvoering van de BBC-journalist Alan Johnston.
Volgens Aidan White, secretaris-generaal van de Internationale Federatie van Journalisten, werden het afgelopen jaar meer journalisten dan ooit het slachtoffer van ontvoeringen en gijzelingen, vooral in crisisgebieden. De meesten werden weer vrijgelaten, maar enkele journalisten die werden vastgehouden in Irak, Afghanistan en Mexico zijn door hun ontvoerders gedood.Johnston werd op 12 maart in Gaza-stad ontvoerd. Enige tijd geleden beweerde een onbekende groepering hem te hebben ontvoerd en om het leven te hebben gebracht. Sindsdien hebben de Palestijnse autoriteiten meermalen laten doorschemeren dat zij zeker weten dat Johnston nog in leven is. De laatste twee jaar zijn er meer buitenlandse journalisten in de Gazastrook ontvoerd, maar de meesten werden binnen enkele uren of dagen vrijgelaten.
EU-commissaris voor buitenlandse betrekkingen Benita Ferrero-Waldner zei dat de ontvoerders de Palestijnen geen dienst bewijzen door Johnston en anderen ervan te weerhouden hun werk te doen, namelijk verhalen verspreiden over het leven in de Gazastrook.
De Raad van Europa besteedde vooral aandacht aan Politkovskaja, die schreef over schendingen van de mensenrechten in Tsjetsjenië, en in oktober werd doodgeschoten. Haar dood wekte grote internationale verontwaardiging en maakte eens te meer duidelijk dat journalisten in Rusland grote risico’s lopen. „e weten nog steeds niet wie opdracht gaf tot de moord”, aldus Terry Davis, secretaris-generaal van de Raad van Europa. „Helaas gaat het niet om een geïsoleerd geval van een Russische journalist die de afgelopen jaren is vermoord.”
Freedom House, een Amerikaanse non-profitorganisatie, maakte donderdag bekend dat de pers in Irak aan nieuwe beperkingen wordt onderworpen terwijl ook repressieve wetten uit het tijdperk van Saddam Hussein nog van kracht zijn. Vorig jaar ondernam de nieuwe Iraakse regering voor het eerst actie tegen journalisten. Zeker dertig verslaggevers werden aangehouden en vier van hen zitten nog altijd vast zonder aanklacht. Ook legde de regering twee tv-zenders een uitzendverbod op omdat ze beelden hadden uitgezonden van protesten tegen de executie van Saddam. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zette daarnaast een eenheid op die de verspreiding van „onjuist nieuws” moet tegengaan.
Ook in andere landen in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika is het triest gesteld met de persvrijheid, concludeert Freedom House. Alleen Israël kent persvrijheid, en Koeweit en Libanon in zekere mate. De overige vijftien landen in de regio’s kennen die vrijheid niet. In Jordanië, Algerije en Marokko was eerder een verbetering zichtbaar, maar het afgelopen jaar was sprake van een terugval, aldus Freedom House.
Gewapende mannen vielen donderdag volgens de Iraakse politie een kantoor van een onafhankelijk radiostation in Bagdad binnen en doodden twee werknemers en verwondden er vijf. Daarna lieten ze een bom afgaan, waardoor de zender uit de ether ging. De aanval werd gepleegd in een overwegend soennitische wijk in het westen van de Iraakse hoofdstad. Het was de derde keer in vijf maanden tijd dat het radiostation, Dijlah, doelwit werd van geweld. De overvallers zouden ook nog vier radiojournalisten op weg naar het kantoor hebben willen ontvoeren, maar de journalisten wisten te ontsnappen.