Verband tussen bezuiniging en valse facturen
Dat ambtenaren soms grenzen passeren in hun contact met aannemers staat vast. Het incasseren van een kerstpakket behoort daar niet toe, het werken met valse facturen wel. Maar in hoeverre kan juist het beleid van een provincie ambtenaren aanzetten tot „creatief omgaan” met de regels? Dát wilde de commissie-Vos donderdag weten van ir. M. Houtman (SGP-CU), gedeputeerde in Zuid-Holland.
Voor de enquêtecommissie bouwnijverheid was het donderdag de dag van de integriteit. Dachten we tot nu toe dat corruptie en omkoperij alleen in derdewereldlanden voorkwam en waren we blij met onze hoge score op de internationale corruptie-index, inmiddels weten we dat ook Nederlandse ambtenaren niet altijd onkreukbaar zijn. Om een beter beeld te krijgen van fraude door ambtenaren boog de commissie-Vos zich donderdag over twee situaties: die bij Rijkswaterstaat in Noord-Holland en die bij de provincie Zuid-Holland.
Daarbij was het de commissie duidelijk niet te doen om heel concreet namen, plaatsen en data vast te leggen. Wel wil zij een beeld krijgen van de omvang van eventuele corruptie en wil ze dieper liggende oorzaken en structuren blootleggen.
Vandaar dat ze donderdag de stand van zaken bij de provincie Zuid-Holland onder een vergrootglas legde. Niet dat vast zou staan dat ambtenaren van die provincie corrupter zijn dan die van andere gewesten. Wel is van belang dat Zuid-Holland als enige provincie een tamelijk diepgravend onderzoek heeft laten doen naar de integriteit van haar ambtenaren.
De conclusies daarvan zijn niet zo plezierig. Zo circuleerden er de afgelopen jaren in de provincie nogal wat geruchten. Ambtenaren zouden door aannemers een keuken hebben laten zetten, hun tuin laten ophogen en bestraten of zich op andere wijze hebben verrijkt. Harde gegevens over de vraag of dit structureel gebeurde zijn er niet. De griffier van de provincie, mevrouw Van Wieringen, donderdag voor de commissie: „Sommige medewerkers hebben in persoonlijke gesprekken met mij toegegeven dat zij wel eens zand of resthout van een aannemer hebben gekregen. In een bepaald district was een ambtenaar die systematisch spullen van de provincie en van aannemers aan derden verkocht. Die man is ontslagen.”
Maar het probleem van het gedrag van ambtenaren in Zuid-Holland gaat verder dan geruchten en incidenten. Het accountantsbureau Arthur Andersen stelde in de districten west en zuid vast dat ambtenaren structureel werkten met valse facturen. Accountant Schimmel: „Voor het onderhoud aan fietspaden, bermen en grasvelden kregen vaste aannemers steeds een contant bedrag, hoewel er soms helemaal geen gras te maaien was.”
Valsheid in geschrifte dus. En dus reden tot groot alarm? Nee, vindt Schimmel. „De mensen hebben op zich integer gehandeld.” Wat hij daarmee bedoelde, werd gisteren gaandeweg de verhoren duidelijk. De provincie heeft de afgelopen jaren sterk bezuinigd op beheer en onderhoud. De ambtenaren op de diverse locaties bleven zich echter verantwoordelijk voelen voor de veiligheid van ’hun’ fietspad.
Soms maakten zij het geld dat de provincie voor het onderhoud daarvan gereserveerd had, niet op. Uit angst dat zij het jaar daarop minder geld zouden krijgen, schreven zij de jaarrekening vol met behulp van valse facturen van de aannemer. Het jaar daarop zou de aannemer immers wel wat extra klussen verrichten om schulden en tegoeden weer in balans te brengen? Ziedaar het fenomeen van de „potjescultuur” in Zuid-Holland.
Maar wat vindt gedeputeerde Houtman nu van deze praktijken?, wilde de commissie-Vos donderdag weten. De SGP’er kon op zich begrijpen dat ambtenaren hun verantwoordelijkheid zo ver doorvoerden dat ze bij geldgebrek eigen oplossingen gingen kiezen. „Maar ik houd wel staande dat zij zich in hun creativiteit moeten blijven bewegen binnen de grenzen van wet- en regelgeving. Op zichzelf was dit ook mogelijk geweest. Je kúnt dit soort problemen verantwoord oplossen, maar die route is vaak wel lastiger.”
Voelde Houtman zich verantwoordelijk voor de ontstane situatie? „Dat er onverantwoord veel bezuinigd is op beheer, dat hebben wij als Staten zelf gedaan.”
Maar dat beheerswerkzaamheden jaar na jaar aan dezelfde aannemer werden gegund, werkte dat geen concurrentievervalsing en prijsopdrijving in de hand? En was Houtman voor het aannemingsbeleid als gedeputeerde niet persoonlijk verantwoordelijk? „De uitvoering van aannemingsprocedures laten wij in de provincie over aan regionale directeuren. Voor de beleidsregels ben ik inderdaad verantwoordelijk. Die luiden in Zuid-Holland dat één op de vijf aanbestedingen openbaar aanbesteed moet worden.”
Voor die werkwijze blijft iets te zeggen, vindt Houtman. Weliswaar hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland vorig jaar oktober bepaald dat het afgelopen moet zijn met onderhands aanbesteden, maar dat wil niet zeggen dat de werkwijze van het verleden per se onverantwoord was. „Er zijn nu eenmaal werkzaamheden waarvan het karakter en de prijs in de loop der jaren nauwelijks verandert. Gras blijft groeien, de prijs voor het maaien staat tamelijk vast. Zulk werk elk jaar opnieuw openbaar aanbesteden zou ons eerder meer dan minder geld kosten.”